Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Als hun naaste verwanten geen hulp nodig hebben, springen papierwespen in de bres voor verdere familieleden, ontdekten Britse onderzoekers.
Lange tijd hielden wetenschappers vol dat altruïsme vooral tussen familieleden voorkomt. Daarmee delen we immers onze genen en het doorgeven van genen is evolutionair gezien van groot belang. Door jezelf op te offeren, en daarmee je broers of zussen te redden, blijven er meer genen ‘in leven’ dan wanneer jijzelf alleen blijft leven. Kortom, altruïstisch zijn is handig.
Maar nu hebben biologen van de Universiteit van Bristol iets opmerkelijks gezien bij de papierwespsoort Polistes canadensis. De werksters zwerven van kolonie naar kolonie en helpen daar de larven groot te brengen van wespen die veel verder van hen afstaan.
Lees ook:
- Kunnen wespen boos worden?
- Wat is het nut van de wespentaille van de wesp?
- ‘Grijze roodstaartpapegaai is een altruïst’
Overbodig
De Britse onderzoekers bestudeerden maar liefst twintigduizend larven en hun verzorgers in kolonies rond het Panamakanaal. Het doel van deze uitgebreide observatie was het nut van de werksters te beoordelen in zowel grote als kleine kolonies. Als snel werd het team duidelijk dat de werksters minder nuttig worden naarmate het aantal kolonieleden toeneemt. Er is dan simpelweg een overschot aan hulp.
En dus, zagen de wetenschappers, vliegen de werksters naar het volgende nest om te zien of ze daar nodig zijn. Het bijzondere aan dit gedrag is dat het ze niet uitmaakt of dat nest door naaste of verre familieleden wordt bevolkt. Ook hier ligt het doorgeven van genen aan ten grondslag, zeggen de onderzoekers. “Door verre verwanten te helpen die meer hulp nodig hebben, kunnen werkers meer kopieën van hun genen doorgeven”, vertelt gedragsecoloog Andy Radford.
“De verre familieleden hebben natuurlijk minder genen in overeenkomst met de werksters dan de naaste verwanten”, zegt entomoloog Tim Möhlmann, niet betrokken bij de studie. “Maar de verre familieleden hebben wel meer genen in overeenkomst met de werksters dan met wespen die helemaal geen familie zijn. Door verre familie te helpen, vergroten ze nog steeds hun kans om in ieder geval een aantal overeenkomstige genen door te geven. Als iedereen binnen een ‘familie’ elkaar op deze manier helpt, heeft de familie een voordeel ten opzichte van andere families waarbij dit niet zou gebeuren.”
Leren van wespennesten
Möhlmann vindt het gedrag van de papierwespen dan ook erg bijzonder. “Meestal vallen werksters van een andere kolonie elkaar aan, zelfs als hun koninginnen familie van elkaar zijn. Hier zorgen de werksters dus voor zowel hun naaste verwanten als voor verdere familieleden. Wat de vondst in dit artikel extra opmerkelijk maakt, is dat de werksters van de tropische papierwesp hun gedrag aanpassen aan de omstandigheden. Wanneer er genoeg werkzaamheden zijn om naaste verwanten te helpen doen ze dat eerst, en gaan daarna pas verdere familieleden helpen.”
Volgens de Britse wetenschappers kunnen we een hoop leren van wespenkolonies. “Er gebeurt zoveel in een wespennest,” zegt entomoloog Seirian Sumner, “machtsstrijd, zelfopoffering, groepen die tegen de verwachtingen in strijden om te overleven… Als we willen begrijpen hoe samenlevingen evolueren, zouden we meer naar wespen moeten kijken.”
Bronnen: Nature Ecology & Evolution, University of Bristol via EurekAlert!
Beeld: P. Kennedy