Een zware ster die explodeert als supernova kun je niet van dichtbij bestuderen, laat staan van binnenuit. Wel kun je zo’n megaontploffing tot in detail simuleren met supercomputers – en daar zie je hier een voorbeeld van. Een mooie plaat, die ook nog eens een intrigerend feitje heeft opgeleverd.
Normaal gesproken houd je na een supernova namelijk een neutronenster of een zwart gat over. Maar in het vroege heelal waren er mogelijk sterren die veel meer wogen dan de exemplaren waar ons heelal nu mee is gevuld. Was de massa van die sterren 55.000 tot 56.000 keer zo groot als die van onze zon, zo blijkt uit de simulaties, dan zouden ze na als supernova aan hun eind te zijn gekomen helemaal niets hebben achtergelaten. Tenminste, niet op die plek. Bij zo’n megasupernova kan namelijk wel genoeg van de elementen koolstof tot en met silicium het heelal in zijn geblazen om het hele sterrenstelsel en misschien zelfs naburige stelsels ervan te voorzien.
Beeld: Ke-Jung Chen/Minnesota Institute for Astrophysics/University of Minnesota-Twin Cities
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!
Om je week goed te starten, elke maandag een tof wetenschappelijk of technisch beeld op onze site. Deze keer: supercomputers simuleren supernova.