Er zijn wetenschappers die beweren dat planten vooruitplannen, sociaal zijn, en zelfs een vorm van bewustzijn hebben. Onzin, vindt columnist Ronald Veldhuizen.
Kleine cactussen zijn topplantjes. Ze schreeuwen niet elke dag om water. Sommige hebben niet echt stekels maar zachtharige borsteltjes, zijn bolvormig en zien er daarmee best schattig uit. Niet dat je mij tegen ze hoort praten: “Hallo schatje, dorst?”
Nee: ik praat niet tegen planten, knuffel geen bomen, en geloof in algemene zin niet in het idee dat er ook maar íéts intelligents omgaat in die bladeren en stengels. Ja, maar planten zijn toch slim, hoor je wel eens. Dat klopt. Er zijn zelfs wetenschappers die zeggen dat planten vooruitplannen, sociaal zijn met soortgenoten, en zelfs een vorm van bewustzijn hebben.
Lees ook:
- KIJK: Schreeuwende planten klinken als bubbeltjesplastic
- Discovery: A String of Unusual Experiments Claim to Show Plants Can Think. Few Scientists Are Buying It
Het einde zoek
Dat gaat me te ver. Met enige zekerheid durf ik te stellen dat we hier te maken met een vertakking van goede wetenschap die is doorgegroeid als pseudowetenschap. Planten kunnen knappe dingen, dat is zeker. Zo verwerken ze informatie in hun cellen. Als ze een droogte doormaken, of een aanval van vraatinsecten, laat die stress een indruk achter op hun cellen, waardoor ze in de toekomst beter reageren bij een volgende stresssituatie. Dat is mooi, maar nu zeggen die plantonderzoekers dus dat de plant iets kan ‘onthouden’, ‘leren’ en aan ‘vooruitdenken’ doet.
Wat we hier zien, is dat enthousiaste biologen het begrip intelligentie en bewustzijn oprekken. Zo kunnen ze die begrippen ook op planten plakken. Maar met die opgerekte definities mag je bijna alles intelligent noemen. Dat doen sommige plantbiologen dan ook, zoals Stefano Mancuso, die zichzelf een neuroplantbioloog noemt. Alles wat samen een complex systeem vormt en in contact staat met de buitenwereld, kan volgens zijn definitie een vorm van zelfbewustzijn bezitten. Dus: ook eencelligen zijn dan intelligent. Huh? Wat mij betreft is het einde dan best wel zoek.
Tweede plaats
Baanbrekend onderzoek dat aantoont hoe slim planten zijn, ontbreekt eenvoudigweg, controversiële experimenten daargelaten. Zo meende gedragsbioloog Monica Gagliano in 2016 dat erwtenplantjes net zoals Pavlovs honden kunnen associëren: ze ‘leerde’ de plantjes dat een briesje lucht zou aankondigen in welke richting het meeste licht binnenvalt. Plantonderzoeker Kasey Markel herhaalde de studie, maar zag zijn erwtjes niks onthouden. Gagliano heeft alleen maar boze brieven gestuurd, maar geen nieuw onderzoek of slimmer experiment gedaan. Best een zwaktebod, als je het mij vraagt.
Zouden plantbiologen zich niet gewoon een beetje miskend voelen? We verwonderen ons in natuurdocumentaires over het vernuft van olifanten of een mierenkolonie, maar planten komen op de tweede plaats. Jammer, maar geen hoeveelheid bewustzijnsmagie zal dat gat vullen.
Deze column van Ronald Veldhuizen staat ook in het dubbeldikke zomernummer. Eenvoudig te bestellen via de knop hieronder.
Beeld: Iris Planting