Er is nog maar weinig bekend over de precieze gevolgen van plasticvervuiling voor de gezondheid. Nu is er voor het eerst een ziekte gevonden die wordt veroorzaakt door plastic. Australische grote pijlstormvogels blijken te lijden aan plasticicose.
Plastic is tegenwoordig niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Maar dat geldt ook voor plasticvervuiling. Onderzoekers zijn druk bezig om alles in kaart te brengen. Zo bestuderen ze de invloed van plastic op de gezondheid en ontwikkelen ze biologisch afbreekbare plastics. Wetenschappers van het Natural History Museum in Londen hebben nu een door plastic veroorzaakte ziekte ontdekt in zeevogels. “Hoewel de vogels er van de buitenkant gezond uit kunnen zien, gaat het van binnen niet goed met ze”, zegt coauteur van de studie Alex Bond in een persbericht.
Lees ook:
- ‘Bacteriën in zee laten plastic deels verdwijnen’
- Ook landzoogdieren krijgen plastic binnen
- Klimaatvriendelijke vervanger plastic
- Plastic aangetroffen in menselijk bloed
Bond en zijn team ontdekten de ziekte tijdens hun onderzoek op Lord Howe Island, 600 kilometer verwijderd van de Australische kust. Ze keken naar Australische grote pijlstormvogels. Deze hadden ze bij een vorige studie aangewezen als een van de meest met plastic vervuilde vogelsoorten ter wereld, aangezien deze vogels zoveel plastic consumeren. Tijdens het bestuderen van de dieren vonden de onderzoekers steeds dezelfde soort microscopische littekenschade in de voormaag (proventriculus). Doordat deze schade zo consistent was, besloot het team om die te benoemen als de nieuwe, specifieke ziekte plasticicose (in het Engels plasticosis).
Continu ontstoken
Wat is plasticicose nu precies volgens de onderzoekers? Wanneer een Australische grote pijlstormvogel een stukje plastic aanziet voor voedsel, komt dat in het spijsverteringsstelsel terecht. Eenmaal aangekomen bij de voormaag kan het in het maagweefsel prikken, waardoor dat beschadigd en ontstoken kan raken. Als onderdeel van het genezingsproces vormt er littekenweefsel op de wondjes. Maar wanneer de vogel plastic blijft consumeren, keert de ontsteking steeds weer terug, waardoor grote hoeveelheden littekenweefsel ontstaan. Dat heet fibrose.
Fibrose voorkomt dat de wondjes normaal helen. Bovendien raakt het weefsel door al die littekens vervormd en vermindert ook de flexibiliteit, wat effecten heeft op groei, vertering en overleving. Zo kan de maag op een gegeven moment niet meer goed samentrekken, waardoor de voedselvertering achteruitgaat. Ook kunnen bepaalde klieren beschadigd raken en zelfs volledig hun functie verliezen. Daardoor raken de vogels mogelijk kwetsbaarder voor infecties en parasieten en kunnen ze bepaalde vitaminen minder goed opnemen.
Puzzel
Susanne Kühn, onderzoeker aan Wageningen Marine Research, bestudeert plasticopname door mariene levensvormen. Zij vindt deze studie erg interessant: “De onderzoekers verkennen een fenomeen dat mogelijk effect heeft op vogels die geregeld plastics eten. Ik denk dat het belangrijk is om dat soort aanwijzingen goed na te gaan. Zoals de auteurs zelf ook zeggen, is het een eerste verkennende studie. Er is meer onderzoek nodig om de puzzel compleet te krijgen.”
Bij haar blijven dan ook veel vragen open. Zo hebben de onderzoekers alleen gekeken naar jonge vogels die net uitgevlogen zijn. Kühn: “Wat zorgwekkend is, is dat de vorming van littekenweefsel kennelijk al in de eerste paar maanden van hun leven gebeurt. Dat kan op lange termijn problematisch worden, aangezien de pijlstormvogel wel dertig jaar kan worden. Maar om daarachter te komen, moeten we eerst ook onderzoek doen in volwassen vogels.”
Is plastic wel de boosdoener?
De pijlstormvogels consumeren niet alleen plastic, maar ook andere anorganische voorwerpen, zoals puimstenen. Maar het team concludeerde dat deze niet verantwoordelijk waren voor de littekens. De stenen kunnen wel bijdragen aan het afbreken van het plastic in kleinere deeltjes, waardoor het nog meer schade kan veroorzaken.
Net als Kühn vindt hoogleraar milieutoxicologie en biodiversiteit aan Universiteit Leiden Willie Peijnenburg het onderzoek interessant. Maar ook hij heeft kanttekeningen. Zo vindt hij de link niet duidelijk tussen de blootstelling aan deeltjes zoals plastic en plasticicose. “Dat puimsteen geen effect heeft, wil nog niet zeggen dat plasticicose daadwerkelijk door plastic wordt veroorzaakt.”
Kühn is het met hem eens. Volgens haar is de mechanische werking inderdaad nog niet goed uitgelegd. “Komen de littekens door de scherpe randjes van plastic, of werkt het toch anders? Deze vogels zullen in hun leven vaker scherpe voorwerpen tegenkomen, zoals visbotjes en inktviskaken. En het puimsteen levert geen schade op. Hoe kan plastic dan wel littekens veroorzaken?” Bovendien ontbreekt er volgens haar een goede controlegroep, dus dieren die geen plastic opnemen. “Dat is bij deze soort haast onmogelijk, aangezien ze bijna allemaal plastic eten”, beaamt ze. ”Maar het maakt het erg moeilijk om in te kunnen schatten of het effect echt door plastic komt.”
Groot en klein
Hoewel plasticicose nu alleen gevonden is in de Australische grote pijlstormvogel, weten we dat plasticvervuiling grootschalig is. De ziekte zou volgens de onderzoekers dus ook in andere vogelsoorten teruggevonden kunnen worden. Kühn kan zich daar deels in vinden: “Pijlstormvogels horen bij de familie van de buissnavelvogels. Deze groep staat bekend om hun regelmatige opname van plastics, wat meer is dan de meeste andere (zee)vogels. Binnen die familie kan ik me dus goed voorstellen dat mogelijke effecten vergelijkbaar zijn. Maar bij andere soorten (zee)vogels is de maag anders opgebouwd. Om daar de schade te beoordelen is er meer onderzoek nodig.”
Wat we eraan kunnen doen? “Minder plastic in het milieu dumpen,” antwoordt Peijnenburg, “en dan met name plastics die vogels en andere beesten kunnen opnemen.” Volgens hem moeten we hierbij niet alleen denken aan grotere stukken plastic die vogels direct kunnen eten. “Samen met buitenlandse collega’s hebben we aangetoond dat potwormen plastics kunnen eten die niet groter zijn dan de breedte van hun mond.” Een ongeluk zit dus niet alleen in een klein hoekje, maar ook in een klein stukje.
Update 9 maart 2023: Dit artikel is verder uitgebreid met citaten van mariene bioloog Susanne Kühn (Wageningen Marine Research) en hoogleraar milieutoxicologie en biodiversiteit Winnie Peijnenburg (Universiteit Leiden).
Bronnen: Journal of Hazardous Materials, Natural History Museum, Susanne Kühn, Willie Peijnenburg
Beeld: Ed Dunens