Dat polio nauwelijks nog voorkomt, hebben we te danken aan de Amerikaanse medicus Jonas Salk. Op 26 maart 1953 kondigde hij een vaccin tegen het poliomyelitisvirus aan. Voor dit vaccin stelde Salk zijn leven en dat van zijn familieleden in de waagschaal.
Het is vandaag precies zeventig jaar geleden dat de Amerikaanse medische onderzoeker Jonas Salk in een nationale radioshow aankondigt dat hij met succes een vaccin heeft getest tegen poliomyelitis, het virus dat de ziekte polio veroorzaakt. Voor die tijd braken er nog geregeld epidemieën uit die in mensen, meestal kinderen, resulteerden in verlammingen. In sommige gevallen, als de ademhalingsspieren verlamd raakten, leidde besmetting tot de dood.
Lees ook:
Gedurfde zet
In de jaren vijftig waren er twee wetenschappers druk bezig met het ontwikkelen van een vaccin tegen polio: Albert Sabin en Jonas Salk. Waar Sabin werkte met een verzwakte versie van het poliovirus – wat uiteindelijk een goed werkend oraal vaccin opleverde – ging Salk aan de slag met injectie die het uitgeschakelde virus bevatte.
Vaccins met inactief virusmateriaal konden destijds niet op veel wetenschappelijke steun rekenen. Ook Sabin was ervan overtuigd dat ze niet werkten en zelfs gevaarlijk waren. Salk geloofde juist dat zijn vaccin immuniserend kon werken, en dat de patiënt niet het risico liep om door inenting alsnog besmet te raken. Om zijn gelijk te bewijzen, ging hij tot het gaatje: hij vaccineerde zichzelf ermee.
Maar ook het leven van anderen stelde Salk in de waagschaal: zo kregen vrijwilligers, laboratoriumonderzoekers en zelfs zijn vrouw en kinderen het salkvaccin toegediend. Het was een gewaagde zet van de wetenschapper, maar wel een die loonde, want allemaal ontwikkelden ze antilichamen tegen polio. Bovendien ondervond niemand vervelende bijwerkingen van het vaccin.
Vervolgens testte Salk zijn vaccin op grotere groepen mensen die in psychiatrische inrichtingen en gevangenissen zaten – iets wat in die tijd vrij gebruikelijk was om te doen. Ook die bevindingen waren positief en de medicus kreeg in 1954 toestemming om een miljoen Amerikaanse kinderen, van tussen de zes en negen jaar oud, in te enten tegen polio. De resultaten van dat grootschalige onderzoek werden op 12 april 1955 wereldkundig gemaakt: het salkvaccin is veilig en effectief.
Luistertip: meer wetenschappers die op zichzelf experimenteren
Salk is lang niet de enige wetenschapper geweest die op zichzelf experimenteerde. In de gloednieuwe podcast KIJK: Het Experiment bespreken wetenschapsjournalist Diederik Jekel en redacteur Laurien Onderwater nog veel meer onderzoekers die tot het gaatje gingen om iets uit te zoeken door op zichzelf te experimenteren. Van een wetenschapper die zestig jaar lang dagelijks zijn vingers knakte tot een waaghals die zichzelf tot sneller dan 1000 kilometer per uur versnelde.vOok praten ze met Robin Koops. Hij ontwikkelde in zijn schuur een kunstmatige alvleesklier en testte die op zichzelf om een medische revolutie te veroorzaken.
Geen patent
In de twee jaar voordat het vaccin op grote schaal beschikbaar was, bedroeg het gemiddelde aantal poliogevallen in de Verenigde Staten meer dan 45.000. In 1962 was dat aantal gedaald tot 910. Overigens heeft Salk het vaccin nooit gepatenteerd en dus nooit bakken met geld verdiend aan zijn ontdekking. De wetenschapper was er namelijk van overtuigd dat een levensreddend vaccin toebehoort aan de mensen. Toen hem tijdens een interview werd gevraagd wie de octrooihouder was, antwoordde hij: “Nou, het volk, zou ik zeggen. Er is geen patent. Zou je patent kunnen aanvragen op de zon?”
De podcast KIJK: Het Experiment is nu te beluisteren via alle grote podcastplatforms, zoals Spotify en iTunes, en kijkmagazine.nl/podcast. Elke donderdag komt er een nieuwe aflevering online.