Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Uit onderzoek naar de overblijfselen van dertien prehistorische tieners blijkt dat ze minder van huidige pubers verschillen dan oorspronkelijk werd gedacht.
Tieners uit de ijstijd, duizenden jaren geleden, gingen door vergelijkbare stadia van puberteit als moderne adolescenten. Het onderzoek, gepubliceerd in het vakblad Journal of Human Evolution, werpt licht op hoe onze verre voorouders volwassen werden.
Paleo-pubers
Een team paleoantropologen heeft botten onderzocht van dertien tieners die tot wel 25.000 jaar geleden in Europa leefden. De bestudeerde overblijfselen kwamen oorspronkelijk uit Italië, Tsjechië en Rusland. Met behulp van verschillende biologische kenmerken in de botten waren de onderzoekers in staat om de voortgang van de puberteit te bepalen. Dit is de eerste keer dat deze methode wordt gebruikt voor overblijfselen uit het stenen tijdperk.
De onderzoekers analyseerden delen van het skelet, zoals de mineralisatie van de tanden en de groei van hand-, elleboog-, pols-, nek-, en bekkenbeenderen. Op basis hiervan maakten ze schattingen over de leeftijd waarop de gevonden tieners voor het eerst menstrueerden of de baard in de keel kregen.
Lees ook:
- Kan een opwarmende aardbol de Golfstroom omkeren en Europa in een ijstijd storten?
- Leeuwenwelpje uit laatste ijstijd gevonden
Overleven in de ijstijd
Uit de studie blijkt dat de tieners rond een gemiddelde leeftijd van 13 jaar in de pubertijd kwamen en tussen de 17 en 22 jaar de volwassen leeftijd bereikten. Dit betekent dat kinderen uit deze periode op een vergelijkbaar tijdstip in de puberteit kwamen als tieners in moderne, welvarende landen.
Hoewel de onderzochte individuen op relatief jonge leeftijd stierven, meestal tussen de 10 en 20 jaar oud, hadden ze volgens de onderzoekers redelijk gezonde levens. Het was in de ijstijd niet ongewoon om jong te sterven: 20 tot 26 procent van de kinderen in dit tijdperk stierf vóór hun eerste verjaardag, en 43 tot 49 procent stierf vóór hun 15e.
Romito
Een van de meest bijzondere skeletten die is onderzocht was van Romito, afkomstig uit Italië. Van Romito wordt aangenomen dat hij de vroegst bekende persoon was met een vorm van dwerggroei. Op een geschatte leeftijd van 16 jaar was hij tussen de 1 en 1,3 meter lang. Waarschijnlijk had hij wel al een diepere stem, zoals veel jongens op 16-jarige leeftijd, maar leek hij door zijn bouw toch meer op een kind dan een – bijna volwassen – tiener.
Volgens de onderzoekers had het uiterlijk van Romito impact op de sociale rol die hij kreeg, en de manier waarop hij werd gezien door zijn naasten. Hij is begraven in de armen van een oudere vrouw, vermoedelijk zijn moeder, wat wijst op een zorgzame houding van zijn omgeving.
Gezond groeien
Hoewel het leven er 25.000 jaar geleden heel anders uit zag dan nu, vertoonden tieners uit de ijstijd een gezonde en relatief snelle groei, vergelijkbaar met die van de moderne mens. Een tegenhanger hiervan is volgens het onderzoek de groei van tieners uit de middeleeuwen. Deze kregen te maken met een aanzienlijk langzamere groeispurt.
Dit verschil wordt toegeschreven aan de leefomstandigheden. Hoewel het leven in de ijstijd zwaar was, wijst de studie erop dat de tieners waarschijnlijk toegang hadden tot voldoende voeding en een stabiele leefomgeving. Middeleeuwse jongeren werden daarentegen vaak geconfronteerd met voedseltekorten en slechte hygiënische omstandigheden, wat hun ontwikkeling negatief beïnvloedde.
Volgens het onderzoek menstrueerden de meisjes 25.000 jaar geleden pas op een gemiddelde leeftijd van 17 jaar, later dan de moderne mens. Dit zou er enerzijds op kunnen wijzen dat de omstandigheden rondom zwangerschap zó goed waren, dat het voorplanten nog wel even op zich kon laten wachten, tot na een goede ontwikkeling van het meisje. Anderzijds zou dit het gevolg kunnen zijn van een ontwikkelingsachterstand die zou hebben geleid tot hun overlijden.
Om kwesties als deze beter in kaart te brengen en te begrijpen hoe variaties in puberteit zich door de tijd heen hebben ontwikkeld, hopen de onderzoekers meer skeletten te vinden. Zo kunnen we een completer beeld vormen van hoe onze voorouders volwassen werden.
Bronnen: ScienceDirect, University of Victoria