Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een nieuw ontdekte soort pterosauriër uit Australië had een opmerkelijk sterke tong. Die gebruikte hij waarschijnlijk om glibberige prooien mee te vangen.
In het noordoosten van Australië zijn 100 miljoen jaar oude botten gevonden. Paleontologen van de Curtin University hebben nu uitgevogeld dat ze behoorden tot een nog onbekende soort pterosauriër, vliegende reptielen die leefden in het dinotijdperk. Opvallend was dat hij waarschijnlijk een enorm gespierde tong had. Dat schrijven ze in Scientific Reports.
Lees ook:
Demonische pelikaan
Het fossiel is de meest complete pterosauriër die in Australië is gevonden. Hij was voor 22 procent compleet. Zo zijn onder meer de hele onderkaak, een deel van de bovenkaak, ruggenwervels, ribben en been- en voetbotten opgegraven.
Een team paleontologen zag al snel verschillen met andere pterosauriërs en concludeerde dat het om een nieuwe soort ging. Het reptiel kreeg de naam Halsikia peterseni, vernoemd naar Kevin Petersen, de man die het fossiel vond en uitgroef.
Op basis van de botten schatten de onderzoekers dat de pterosauriër een spanwijdte van ongeveer 4,6 meter had. Tegen New Scientist vertelden ze dat H. peterseni er waarschijnlijk uitzag als een grote pelikaan (hoewel de soort niet verwant is aan vogels). Maar dan wel een demonische pelikaan, hij had namelijk een bek vol puntige tanden.
Pterosauriër met gespierde tong
Wat H. peterseni vooral onderscheidt van andere pterosauriërs is dat zijn keelbotten aanzienlijk groter waren dan zijn onderkaak, wat er volgens de onderzoekers op wijst dat daar een grote en gespierde tong aan vastzat.
Die gebruikte hij vermoedelijk om prooien mee te vangen, waarschijnlijk glibberige dieren, zoals vissen en inktvissen. Die slikte hij dan in zijn geheel door. De gespierde tong hielp om de maaltijd de keel in te duwen. De puntige tanden sloten waarschijnlijk als een soort rits in elkaar, waardoor levende prooien die in de bek zaten, niet meer konden ontsnappen.
Geloofwaardig maar nog niet bewezen
“De auteurs beschrijven dat de pterosauriër verhoudingsgewijs grote tongbeenderen had, waar inderdaad waarschijnlijk een sterke tong aan vastzat”, vertelt paleontoloog Dennis Voeten, expert op het gebied van vliegende reptielen. “Omdat veel leden van de Anhangueridae (een groep pterosauriërs waartoe H. peterseni behoorde, red.) als viseters worden gezien, hebben de auteurs een dieet van mariene prooien bedacht waarvoor een vergrote en sterke tong handig is. Daarmee is de ‘glibberige’ prooi om de hoek komen kijken.”
Maar Voeten is ook kritisch: “Hoewel dit allemaal logisch is, liggen er ook nog behoorlijk wat andere opties open. Er worden aan de lopende band nieuwe uitgestorven dieren ontdekt, en veel onderzoekers proberen qua interpretatie ook het maximale uit de kan te halen. Hoewel de hier gestelde interpretatie best geloofwaardig is, zou ik het zelf nog niet als vastgesteld zien. Er zal meer onderzoek nodig zijn, aan meer materiaal, om deze hypothese streng te kunnen toetsen.”
Nieuw thuis
H. peterseni wordt binnenkort tentoongesteld in het museum Kronosaurus Korner. Daar is hij in goed gezelschap van andere fossielen uit het dinotijdperk, waaronder Kronosaurus queenslandicus, een gigantisch zeereptiel met een schedel van 2,4 meter lang.
Bronnen: Scientific Reports, Curtin University, New Scientist