Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Plantresten van diep in de Antarctische zeebodem suggereren dat het op het nu ijzige continent miljoenen jaren geleden een aangename 13 graden Celsius was.
Gierende, kille wind en witte, ijzige vlakten zo ver als het oog reikt. Antarctica, het continent rond onze zuidpool, is de koudste plek op aarde. Maar, zo schrijven onderzoekers van het Alfred Wegener-instituut onlangs in vakblad Nature, zo zag het er niet altijd uit. Ten tijde van de dinosauriërs, zo’n 90 miljoen jaar geleden, zou het continent bedekt zijn geweest met moerassige regenwouden.
Lees ook:
- Zeewier surft duizenden kilometers naar kust Antarctica
- ‘Er vinden veel meer aardbevingen plaats op Antarctica’
Verstopt in de zeebodem
Dat concludeert het onderzoeksteam op basis van sediment vanuit de Antarctische zeebodem. In 2017 wisten de onderzoekers het materiaal middels grondboringen, op zo’n 2000 kilometer van de absolute zuidpool nabij de zogenaamde Pine Island-gletsjer, naar boven te halen. Wat de onderzoekers daar opduikelden, noemt paleoklimatoloog Frank Peeters (Vrije Universiteit Amsterdam) een prachtige, verborgen schat. “Niet in de vorm van gezonken schepen, maar in de vorm van modder en prut.”
‘Modder en prut’ klínkt wellicht niet heel spannend, maar dat is het wel. De drie meter dikke sedimentlaag heeft namelijk alles van bosgrond; van de aanwezige wortelresten tot sporen en pollen van bomen en planten. In het materiaal, dat ergens tussen 92 en 83 miljoen jaar oud is, vonden de onderzoekers overblijfselen van maar liefst 65 verschillende planten. De conclusie; tijdens het Krijt, de hoogtijdagen van de dinosauriërs, was het continent bedekt met een moerassig regenwoud.
Geen ijs, wél CO2
Een spectaculaire vondst, vindt eveneens paleoklimatoloog Peter Bijl (Universiteit Utrecht), gespecialiseerd in de evolutie van Antarctica. “Het midden-Krijt was wereldwijd een van de warmste perioden tot nu toe.” Dat kwam met name door de hogere vulkanische activiteit, wat leidde tot gigantische hoeveelheden broeikasgassen in de lucht.
“Het was een periode van heel hoge CO2-concentraties (1120 – 1680 ppm, schrijven de onderzoekers), een honderd meter hogere zeespiegel en geen of misschien slechts heel kleine ijskappen”, vult Peeters aan. “Ook het Antarctische klimaat was, met zomertemperaturen van rond de 20 graden Celsius, totaal anders.”
“Eigenlijk is sinds die tijd de aarde langzaam maar zeker afgekoeld naar de huidige ijskastsituatie, met ijskappen op beide polen”, vervolgt Bijl. Dat het warm was tijdens het Krijt, wisten we dus wel. Maar dat er zo dichtbij de zuidpool, zo’n gematigd regenwoud kon groeien, dat is bijzonder. Nog nooit werden er zo zuidelijk aanwijzingen voor een dergelijk ecosysteem gevonden, zo schrijven de onderzoekers.
Groeien in complete duister
Want let wel: zo dichtbij de zuidpool is het vier maanden per jaar pikkedonker. “De plek waar de sedimenten genomen zijn, lag 90 miljoen jaar geleden op 80 graden zuiderbreedte. Tegenwoordig groeit op die breedtegraad, zowel op de zuid- als de noordpool, niets”, vertelt Bijl. Dat komt nu natuurlijk vooral door de kou en de droogte. “Maar het komt óók omdat planten de dagelijkse cyclus van zon en duister nodig hebben voor fotosynthese en respiratie”, vult de paleoklimatoloog aan.
“We hebben eigenlijk geen idee hoe planten met die maandenlange duister (en de daaropvolgende maandenlange zon) om kunnen gaan. Deze condities bestaan tegenwoordig namelijk niet op plekken die warm genoeg zijn voor plantengroei.” Dat grote planten onder deze condities kunnen overleven, “dat maakt de vondst pas echt speciaal”, aldus Bijl.
Klimaatmodellen
Dat het de onderzoekers lukte een dergelijk monster te nemen, is volgens zowel Peeters als Bijl overigens al indrukwekkend. “Het verkrijgen van zulke oude sedimenten van dichtbij de zuidpool is schier onmogelijk”, zegt Bijl. “Het continent is immers bedekt met een dik pak ijs dat het hele continent kaal schraapt.” Daarom kijkt men vaak naar kustsedimenten, maar ook daar liggen uitdagingen. “Jaarlijks is het er meer dan een half jaar bedekt met zee-ijs”, legt Bijl uit. “De overige tijd drijven er enorme ijsbergen. Dat maakt boren lastig en gevaarlijk.”
Het onderzoek laat zien hoe weinig we eigenlijk nog weten van Antarctica. Beide paleoklimatologen benadrukken hoe belangrijk een beter begrip van het ijzige continent is. “De klimaatcondities van Antarctica begrijpen, is van levensbelang. Onder de huidige klimaatverandering warmt het met landijs bedekte continent op. Als die ijskap smelt, levert dat desastreuze zeespiegelstijging op. Het nauwkeurig kunnen voorspellen van de bijdrage van Antarctica aan de zeespiegelstijging is dan ook essentieel”, besluit Bijl.
Bronnen: Nature, Alfred-Wegener-Institut
Beeld: Alfred-Wegener-Institut/James McKay (openingsbeeld), J. P. Klages, Alfred-Wegener-Institut