Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Nederlands onderzoek behoort tot de wereldtop. En daarom laat KIJK-redacteur Laurien Onderwater je in deze rubriek elke maand kennismaken met een wetenschapper van eigen bodem. Deze keer: student Roel Wouters bestudeert het gedrag van gifslangen.
Wie ben je?
“Ik ben Roel Wouters, 24 jaar, en studeer aan de Universiteit Leiden. Ik ben nu druk met het afronden van mijn master, maar hou me vanaf het begin van mijn bacheloropleiding al bezig met reptielen. En dan vooral met de evolutie van gifslangen en slangengif. Ik woon met mijn zeven slangen in een studentenhuis in het centrum van Leiden.”
Lees ook van Onderwater Ondervraagt:
- ‘Ik probeer uit te dragen hoe bijzonder de aarde is’
- ‘Ik wil weten wat er in het koppie van een aap gebeurt’
Wat doe je?
“Sinds februari van dit jaar onderzoek ik, onder leiding van gedragsbioloog Christian Tudorache, gifvariatie – een hot topic binnen mijn vakgebied. Het is namelijk lastiger om een goed werkend antigif voor één hele soort te ontwikkelen. Zo zijn er populaties in Midden- India die een compleet andere gifsamenstelling hebben dan dezelfde soort slangen in Noord-India. Als er antigif op basis van het venijn van een bepaalde slangensoort is ontwikkeld, werkt dat medicijn bijvoorbeeld wel tegen die slang uit Noord-India, maar niet tegen die uit Midden-India. We willen daarom graag weten hoe die variatie in gif binnen een soort ontstaat. Sinds de jaren negentig wordt hier al onderzoek naar verricht, maar het is biologen nog niet gelukt om dit op grote schaal te doen.”
“Wij werken nu samen met de groep van chemicus Jeroen Kool van de Vrije Universiteit in Amsterdam. We onderzoeken heel veel verschillende gifmonsters en vergelijken die met elkaar. Zo kunnen we wel op grote schaal die variatie in samenstelling bestuderen. Samen met dat team hebben we een model opgesteld waarin we een hoop parameters kunnen stoppen, zoals weersomstandigheden, de beschikbaarheid van prooien en habitat, en dan kijken we welke factoren die variatie in gif beïnvloeden. Maar waar ik me vooral binnen dit onderzoeksveld mee bezighoud is gedrag, een compleet andere invalshoek. In de wereld van de fauna zie je vaak dat dieren met een proactievere houding, dus die meer risico durven nemen, grotere prooien vangen en succesvoller zijn in het voortplanten. De lynx is daar een goed voorbeeld van. Wij zijn benieuwd of dit gedrag ook bij slangen voorkomt, en zo ja, of het zich misschien vertaalt naar een dodelijkere gifcompositie.”
Hoe doe je dat?
“Om de persoonlijkheden van verschillendesoorten slangen in kaart te brengen, hebben we een drietal experimenten bedacht die we in de Reptielenzoo Serpo in Rijswijk uitvoeren. Bij de eerste proef bestuderen we in drie verschillende soorten adders, tussen de tien en vijftien slangen per soort, op welk moment van de dag ze actief zijn en wat ze dan doen. In het tweede experiment plaatsen we een slang in een lege ruimte en observeren dan met automatische tracking-software hoe het dier die nieuwe omgeving verkent: neemt het een afwachtende houding aan of gaat het direct op verkenning? De software analyseert daarbij elke beweging. De derde proef is een confrontatietest. We hebben een siliconen mensenvoet besteld en daarmee pesten we die slang eigenlijk. Vervolgens analyseren we hoe hij op dat geplaag reageert: bijt hij of niet? En als hij bijt, gebruikt hij dan ook gif?
Aan het einde van de rit gaan we al die slangen waarmee we experimenten hebben gedaan, melken en hun gif bestuderen, samen met het team van de Vrije Universiteit dat daar een speciaal apparaat voor heeft. We hopen dan iets van een correlatie tegen te komen; dat slangen die proactiever zijn en sneller in een voet bijten ook krachtiger gif hebben – om maar een mogelijke uitkomst te noemen. De resultaten zullen ons overigens niks over oorzaak en gevolg vertellen, maar alleen óf er een verband is.
Waarom doe je dit? “We willen heel graag de vraag ‘Hoe werkt die variatie in gif?’ beantwoorden. Het lijkt vergezocht, maar het zou heel mooi zijn als we daardoor ook beter antigif kunnen maken. Tegelijkertijd is het persoonlijkheidsonderzoek heel interessant. Slangen worden niet echt serieus genomen en vaak gezien als domme, gevaarlijke oerdieren die enkel vanuit hun instinct handelen. Maar elke slang vertoont een bepaalde reactie op zekere stress- en omgevingsfactoren, en heeft dus een persoonlijkheid. Ik wil deze reptielen met mijn onderzoek uit het verdomhoekje halen.”
Welke uitdagingen zijn er nog?
“We werken voor het eerst met slangen aan zulke experimenten, dus ik heb alle proeven zelf moeten bedenken en opzetten – wat best een opgave was. Daarnaast werken we natuurlijk met een uitdagende groep dieren die je schade toe kunnen brengen, wat het onderzoek soms bemoeilijkt. Gelukkig helpen de slangenexperts van Serpo ons daarbij goed. Die melken alle slangen bijvoorbeeld. En vergeet niet dat we met dieren in gevangenschap werken. Om een goede uitspraak over het gedrag bij gifslangen te kunnen doen, wil je ze ook in het wild bestuderen. Maar dat is lastig te realiseren.”
Wat hebben wij aan deze studie?
“Dat gif binnen een slangensoort verschillende samenstellingen kan hebben, heeft grote gevolgen voor de effectiviteit van antigif, want dat werkt niet voor één hele soort. Door die variatie te begrijpen, kunnen we in de toekomst hopelijk antigif maken waarmee slangenbeten beter te behandelen zijn. Dat we dan bijvoorbeeld kunnen zeggen: op basis van het gedrag heeft iemand die door deze slang is gebeten dit gif nodig.”
Deze aflevering van Onderwater Ondervraagt staat ook in KIJK 12/2021, hier te koop.
Meer informatie:
- KIJK: Slangen schieten gif om (menselijke) vijanden op afstand te houden
- Leidse biologiestudent wil jongeren stem geven in de VN
- RTL Nieuws: Cobra spuugt gif in ogen van Jory (25) en dat leidde tot baanbrekend onderzoek
Beeld: De gewone pofadder (Bitis arietans) is een van de drie slangensoorten waarvan Roel Wouters het gedrag en de gifsamenstelling onderzoekt. © iStock/Getty Images