Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Met een afmeting van 28 bij 18 centimeter is dit zachte ei de grootste in zijn soort. Het behoorde waarschijnlijk toe aan een reusachtig zeereptiel.
Een leeggelopen rugbybal, daar leek het fossiel op dat wetenschappers in 2011 op Antarctica vonden. Het object lag na deze ontdekking jarenlang in het Chileense Natuurhistorisch Museum zonder label; niemand wist wat het was. Onderzoekers noemden het gekscherend ‘The Thing’, afgeleid van de gelijknamige sci-fi horrorfilm.
Maar onderzoekers aan de Texas-universiteit weten nu waar het om gaat: een ei met een zachte schaal dat zo’n 66 miljoen jaar geleden is uitgepoept. Eentje van maar liefst 28 bij 18 centimeter. Daarmee is het het grootste ei met zachte schaal dat ooit is ontdekt.
Lees ook:
Bezoekers bestoken
Om tot deze conclusie te komen, gaan we weer even terug naar 2011. David Rubilar-Rogers was een van de onderzoekers die het fossiel in dat jaar vonden en daarbij de curator van het Natuurhistorisch Museum in Chili. Bij iedere geoloog die het museum bezocht, schoof Rubilar-Rogers het fossiel onder de neus – in de hoop dat het object werd geïdentificeerd.
En dat gebeurde in 2018 toen de Amerikaanse paleontoloog Julia Clarke een bezoek bracht aan het museum. “Ik liet het fossiel aan haar zien en na een paar minuten vertelde Julia me dat het weleens om een ei kon gaan”, zegt Rubilar-Roger. Onderzoekers legden het object vervolgens onder de microscoop en vonden verschillende membraanlagen. Dit bevestigde dat het fossiel inderdaad een ei was.
Hagedissen
De onderzoekers denken dat het ei – dat is gevonden in open zeewater – toebehoorde aan een gigantisch, uitgestorven zeereptiel. Eentje met een lengte van meer dan 6 meter, waarbij de staart niet is meegenomen, zo berekenden de wetenschappers. Verder vertoont het ei de meeste gelijkenissen met de legsels van hedendaagse hagedissen en slangen.
“In tegenstelling tot bijvoorbeeld vogels leggen hagedissen eieren die maar weinig gemineraliseerd zijn, en dus een zachte schaal hebben”, legt geoloog en paleontoloog Dennis Voeten van de Uppsala University uit. “Enkele zogenaamde levendbarende hagedissen broeden dunschalige eitjes grotendeels inwendig uit, waarna het jong in een vliesachtig omhulseltje ter wereld komt en hier al heel snel uit kruipt.”
Zeebodem
Of het daadwerkelijk om een zeereptiel gaat, is volgens Voeten – die overigens niet betrokken was bij de studie – nog niet zo stellig te zeggen. “Een ei op de zeebodem betekent niet meteen dat het daar ook gelegd is; het kan eventueel ook vanaf het land het water in gespoeld zijn. Het is belangrijk om te realiseren dat hedendaagse reptielen hun eieren nooit in water afzetten. Het ‘nieuwe’ fossiele ei zal daarom ook niet langdurig intact op de zeebodem hebben gelegen.”
“Opvallend is dat vandaag ook een publicatie verscheen waarin wordt geconcludeerd dat de eerste dino-eieren ook een zachte schaal kunnen hebben gehad”, vertelt Voeten. “Dit zou betekenen dat zachte eieren in een grotere groep uitgestorven reptielen voorkwamen dan werd gedacht.” Spannend!
Beeld (header): Legendre et al. (2020)