‘Samenwerking betekent niet dat je altijd je mond houdt’

Gieljan de Vries

18 maart 2022 08:00

wetenschappelijke samenwerking

Wetenschappers bevriezen de samenwerking met Russische en Belarussische organisaties als reactie op de oorlog in Oekraïne. Heeft dat zin? Experts geven hun mening.

Wereldwijd wordt de Russische aanval op Oekraïne veroordeeld. Regeringen hopen met scherpe afkeur en economische sancties de politiek te beïnvloeden in Rusland en in Belarus. Ook wetenschappelijke organisaties kondigen acties aan, bijvoorbeeld door projecten met Russische en Belarussische instituten te pauzeren.

Zo stopt de Nederlandse wetenschapsfinancier NWO samenwerkingsverbanden met Rusland en Belarus op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Nieuwe projecten komen er voorlopig niet. Ook de Europese Commissie bevriest zulke samenwerkingen, zet betalingen stop aan Russische partners in negentig projecten in de onderzoeksprogramma’s Horizon 2020 en Euratom, én parkeert vier lopende projectaanvragen met Russische partners.

Hebben zulke acties effect? KIJK vroeg het aan Stan Bentvelsen, directeur van het Nederlandse deeltjeslab Nikhef, en hoogleraar Pierre-Bruno Ruffini van de Universiteit Le Havre-Normandië, een expert in het samenspel van diplomatie en wetenschap.

Lees ook: ‘Noord-Koreaanse waterstofbom is bluf en propaganda’

Welke maatregelen nemen wetenschappers?

Het Europese deeltjeslab CERN veroordeelde de inval in Oekraïne en verwijderde Rusland als waarnemer bij de CERN-bestuursraad – een vrij symbolische maatregel. Nikhef volgt de richtlijnen van zowel de NWO als van CERN, vertelt Bentvelsen. “Wij hebben geen directe samenwerking met Russische labs, maar via CERN zitten we in enorme samenwerkingsverbanden met soms wel drieduizend collega’s, ook van Russische instituten.”

CERN wil zijn ongeveer duizend Russische onderzoekers niet uitsluiten: veel van hen tekenen juist petities tegen de oorlog. Tegelijkertijd wringt het dat hun thuisinstituten de oorlog steunen, zoals 185 rectoren van Russische universiteiten onlangs deden middels een open brief. Er komen geen gemeenschappelijke publicaties tot er een oplossing is, aldus Bentvelsen.

Deeltjesdetector ATLAS bij CERN. © CERN

Neemt de hele wetenschap stelling tegen de oorlog?

Dat blijkt enorm te variëren. De internationale sterrenkunde-unie IAU gaf bijvoorbeeld een afkeurende verklaring, en CERN royeerde Rusland maar blijft wel samenwerken met Russische instituten. Het internationale kernfusieproject-in-aanbouw ITER, met zeven deelnemers waaronder de EU, VS en Rusland, blijft zelfs helemaal neutraal.

“ITER is een kind van de Koude Oorlog, een project van samenwerken aan een gemeenschappelijk doel ondanks ideologische verschillen”, e-mailt woordvoerder Laban Coblentz. ITER bereidt daarom geen afkeurende verklaring voor tegen Rusland. Ook is het niet mogelijk om Rusland uit het project te zetten. Toch kan de oorlog ITER raken. Coblentz: “We kunnen nog niet voorspellen wat het effect wordt op bijvoorbeeld de levering van onderdelen of vertragingen in de bouw.”

Business as usual samenwerken met Rusland in het ITER-project wordt lastig”, bevestigt een Europese Commissie-woordvoerder. “De Commissie beraadt zich momenteel op haar positie.” Rusland heeft op zijn beurt zijn Sojoezexperts teruggetrokken van de Europese lanceerbasis in Frans-Guiana. Daardoor moest de Europese ruimtevaartorganisatie ESA de lancering van het marskarretje ExoMars en andere missies uitstellen.

Op deze bouwplaats in Zuid-Frankrijk werkt een internationaal samenwerkingsverband aan de nieuwe kernfusiereactor ITER. © ITER

Organiseren wetenschappers ook hulpacties voor getroffen collega’s in Oekraïne?

Ruffini: “Naast de ‘sancties’, al noemen wetenschappers ze niet zo, zijn er ook humanitaire maatregelen. Zo wordt er hulp geboden aan onderzoekers die Oekraïne uit willen. Ze krijgen bijvoorbeeld een tijdelijke aanstelling aangeboden.” En de NWO opende een noodfonds van 1 miljoen euro voor getroffen Oekraïense, Russische en Belarussische onderzoekers.

Voor Bentvelsen, die aanvankelijk twijfelde over dit interview – “ik wil me hier niet op de borst staan kloppen, we doen samen met de NWO en CERN gewoon wat hoort” – is zulke steun dagelijkse praktijk. “Ik sprak net een jonge Oekraïense onderzoeker die een familielid wil evacueren. Andere wetenschappers zijn mensen verloren. Wat in Oekraïne gebeurt is verschrikkelijk, dat kunnen we niet zomaar laten passeren. Voor zover we dat als kleine organisatie aankunnen, proberen we naaste collega’s uit Oekraïne hierheen te halen.”

ISS
Wetenschappelijke blokkades gaan twee kanten op. Zo dreigde Dimitri Rogozin, hoofd van de Russische ruimtevaartorganisatie Roscosmos, om het internationale ruimtestation ISS geen zetjes meer te geven met Progress-vrachtschepen tegen hoogteverlies: “Het ISS komt niet over Rusland, dus da’s dan het probleem van de EU en VS als het ding neerstort.” © NASA

Terug naar de wetenschappelijke sancties. Hebben die wel effect?

Expert internationale betrekkingen Ruffini is glashelder: nee. “Volgens internationaal onderzoek hebben zelfs stevige economische sancties maar fifty-fifty kans om conflicten te stoppen. Deze oorlog duurt geen uur minder wanneer Russische onderzoekers niet meer internationaal mee mogen doen.”

Onderzoek duurt jaren, legt Ruffini uit. Deze uitsluiting heeft dus geen ogenblikkelijk effect en de betrokken bedragen zijn maar klein vergeleken met economische sancties. Tegelijkertijd denkt de Fransman dat sancties – wetenschappelijk en economisch – politici wel aan het twijfelen kunnen brengen over hun keuzes.

Ook Bentvelsen denkt niet dat Rusland zich iets aantrekt van wetenschappelijke verontwaardiging. “In die zin is het symboolpolitiek. Maar dat kan krachtig zijn. Wetenschap gaat over dialoog en samenwerking voorbij de waan van de politiek. Maar dat betekent niet dat je altijd maar je mond houdt. We laten nu aan onze collega’s en aan de wereld weten dat dit geweld onacceptabel is.”

“Het idee dat wetenschappelijke samenwerking in tijden van conflict voor wederzijds begrip en ontspanning kan zorgen komt vooral van wetenschappers, niet uit de politiek”, reageert Ruffini. “Kijk maar naar 2014, toen Rusland de Krim bezette. Toen volgden er géén wetenschappelijke sancties, men bleef samenwerken. Toch heeft dat samenwerken als diplomatiek middel de huidige crisis niet weten te voorkomen.”

Is de wetenschappelijke samenwerking met Rusland voorbij?

“Echte open uitwisseling van ideeën kun je nu wel vergeten”, stelt Ruffini onomwonden: wetenschappers die voor en tegen de oorlog zijn, zitten ingegraven in hun positie. “Sommige van mijn collega’s houden er rekening mee dat Rusland en Belarus na deze oorlog nog jaren internationaal geïsoleerd blijven.” Toch ziet hij hoop, gebaseerd op zijn tijd bij de Franse ambassade in Moskou: ” In 2007 was er serieus overleg over hoe Rusland kon gaan deelnemen aan de Europese subsidieprogramma’s voor wetenschappelijk onderzoek. Nu is dat onvoorstelbaar, maar ooit komt die tijd terug.”

Beeld:

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!