Sinds wanneer zoeken mensen naar het monster van Loch Ness?

KIJK-redactie

19 april 2024 09:00

Foto van Loch Ness met in de verte iets wat lijkt op het monster

Nessie is een van de bekendste mythische monsters. Hoewel er talloze ‘waarnemingen’ zijn, is er nog nooit concreet bewijs gevonden. Hoelang duurt de zoektocht al?

De beroemdste foto van het Loch Ness monster, de surgeon’s photograph, is vandaag 90 jaar oud. De arts Robert Wilson zou de foto hebben gemaakt op 19 april 1934, en stuurde die vervolgens naar het Britse dagblad de Daily Mail, dat het op 21 april publiceerde. Voor veel mensen was deze foto hét bewijs dat Nessie toch echt bestond.

Ene Ian Wetherell vertelde in 1975 echter in de media dat de foto een hoax was, gemaakt door hem en zijn vader Marmaduke Wetherell. Het betrof een zelf geknutseld modelmonstertje, bevestigd aan een speelgoedonderzeeër. Marmaduke Wetherell gaf de foto via een kennis aan Wilson, omdat hij dacht dat de pers hém niet zou geloven. Vier maanden eerder had Wetherell namelijk het nieuws gehaald met de vondst van een pootafdruk van Nessie. Die bleek al snel van een nijlpaard te zijn, waarschijnlijk door Wetherell zelf in het zand gedrukt met een nijlpaardpoot die tot asbak was omgebouwd.

De wereldberoemde 'surgeon’s photograph' uit 1934
De wereldberoemde ‘surgeon’s photograph’ uit 1934 bleek later een hoax te zijn.

Waar komen de geruchten eigenlijk vandaan? En welke pogingen zijn er gedaan om het monster van Loch Ness te vinden? Je leest het hieronder.

De eerste meldingen van het monster van Loch Ness

Het begon allemaal in de zomer van 1933, toen de Londenaar George Spicer tijdens een autoritje langs Loch Ness iets wonderlijks een weg naast het meer zag oversteken. Het leek een draak of een prehistorisch dier, vertelde hij de lokale krant. Het wezen had een lange, slingerende nek en een groot lichaam met een hoge achterkant.

Dit verslag was de geboorte van het monster van Loch Ness zoals we dat tegenwoordig kennen. Eerder waren er wel meldingen van ‘iets’ vreemds in het water, maar dat was hooguit wat gespetter of een bult. Soms opperden de ooggetuigen zelf al dat het een grote vis of zeehond kon zijn. Spicer was de eerste die vol overtuiging repte van een prehistorisch dier met een lange nek.

Lees ook:

Zeehonden zijn de belangrijkste ‘verdachten’

Waarom dook Nessie pas in 1933 op? Volgens de Amerikaanse paleobioloog Donald Prothero hebben we dat te danken aan King Kong. Die film kwam eerder dat jaar uit en bevat een scène met een watermonster dat sprekend op Nessie lijkt. Spicer had King Kong ook gezien, en gaf de gelijkenis toe. Maar niemand zag dat destijds – en vaak nu nog steeds niet – als waarschuwing om zijn verhaal met een korreltje zout te nemen. In plaats daarvan inspireerde het talloze anderen om naar het monster te gaan zoeken.

Waterreptiel uit King Kong
George Spicer ‘ontdekte’ Nessie in 1933. Hij beweerde dat een prehistorisch dier met een lange nek de weg overstak. Zijn monster lijkt echter verdacht veel op dit waterreptiel uit de film King Kong uit datzelfde jaar. Beeld: E. Bachrach/Kobal Foundation/Getty Images.

Tussen de vele ooggetuigenverslagen zaten vanaf het begin hoaxes – zoals de surgeon’s photograph. Maar ook oprechte waarnemingen zijn volgens sceptici op veel manieren te verklaren. Het kan een optische illusie zijn, drijvend hout of een golf veroorzaakt door boten. Ook vogels met een lange nek en otters kunnen van veraf groter lijken dan ze zijn. Volgens een populaire theorie zijn zeehonden de belangrijkste ‘verdachten’. Hun lichaamsvorm sluit aardig aan bij veel ooggetuigenverslagen en het is bekend dat ze soms vanuit zee hun weg naar Loch Ness vinden.

En al dat bewijs op foto en video? Dat blijkt steevast vatbaar voor interpretatie. Het beroemdste bewegende beeld van Nessie, gemaakt door Tim Dinsdale in de jaren zestig, is volgens latere analyses waarschijnlijk een motorboot. Al zou je de originele film moeten bekijken om het zeker te weten, en die wil de familie Dinsdale om onduidelijke redenen niet vrijgeven.

Pogingen van monsterjagers

Naast scepsis vanaf dag één kon Nessie door de jaren heen ook rekenen op aandacht van zowel amateuronderzoekers als wetenschappers. Er doken organisaties op als het Loch Ness Phenomena Investigation Bureau, dat een groot deel van het meer vanaf 1964 onder zware camerabewaking zette. Het bureau hield het filmen tot 1972 vol, maar Nessie liet zich niet overtuigend op beeld vastleggen.

Andere monsterjagers probeerden het met onderwatercamera’s of mini-onderzeeërs, maar daarvoor bleek het water te troebel. Een paar meter vooruit zag je vaak al geen steek meer.

Onderzeeër in Loch Ness
Monsterjagers hebben op allerlei manieren geprobeerd Nessie te betrappen: observeren vanaf de kant met of zonder camera’s, met onderwatercamerabeelden en zelfs met minionderzeeërs.

Een techniek waarbij onderwaterzicht geen rol speelt, is sonar. Sonar, kort voor sound navigation and ranging, gebruikt geluidsgolven om objecten in het water te vinden. De marine kan met sonar schepen en onderzeeboten detecteren, en biologen monitoren er walvissen en haaien mee. Je zou verwachten dat een uit de kluiten gewassen reptiel als Nessie met sonar ook te vinden is. Maar helaas, hij dook niet op.

Onverklaarbare metingen

Dat komt niet doordat het niet is geprobeerd. Al in 1962 scande een team van de Universiteit van Cambridge Loch Ness met vier boten, en in de jaren daarna volgden veel andere sonarprojecten. Tijdens het grootste project, Operation Deepscan in 1987, gingen 24 boten systematisch alle hoeken en gaten van het meer af. In 2003 deed de BBC het nog eens dunnetjes over. De Britse omroeporganisatie gebruikte daarbij ook gps, om er écht zeker van te zijn geen stukje water te missen.

Hier en daar leverde zo’n sonarzoektocht wel een onverklaarbare meting op, maar niet van Nessie-formaat. Hooguit was het een dier groter dan een zalm. Een steur of een andere meterslange vis waarvan wordt gedacht dat die niet in de Schotse meren voorkomt, opperen sommigen.

Maar het kunnen net zo goed vals-positieve resultaten zijn, schrijft Prothero in het boek Abominable science. Met een beetje pech zie je met sonar een school vissen voor een groot dier aan. Ook grote stukken hout of afval op de bodem kunnen tot vreemde metingen leiden. Prothero werpt nog een amusant idee op: mysterieuze sonarvondsten kunnen ook gezonken apparaten zijn die eerdere monsterjagers achterlieten.

Loch Ness is al vele malen uitgekamd met sonar. Tijdens deze missie, Operation Deepscan in 1987, gingen maar liefst 24 bootjes het meer op.
Loch Ness is al vele malen uitgekamd met sonar. Tijdens deze missie, Operation Deepscan in 1987, gingen maar liefst 24 bootjes het meer op. Beeld: Jean-Noel De Soye/Gamma-Rapho/Getty Images.

Legendarisch

Dan waren er ook nog mensen die het over een andere boeg gooiden en gingen baggeren, op zoek naar botmateriaal. Hun theorie was dat één Plesiosaurus – of welk onbekend dier dan ook – niet in zijn eentje miljoenen jaren kan hebben overleefd. Als Nessie bestond, moest er een groep zijn, waarvan ook dieren overlijden. Waarom dook er nooit een karkas of op zijn minst een botje op?

Kortom, door de jaren heen is het meer binnenstebuiten gekeerd. Camera-observaties, sonar, baggeren, het leidde allemaal nergens toe. Intussen is er dus een dikke stapel aanwijzingen dat Nessie zeer waarschijnlijk een fabeltje is. Maar als er toch een onbekend waterdier van die omvang bestaat dat daadwerkelijk zó lang kan overleven zonder dat de wetenschap enig teken van leven kan vinden, zou dat met recht legendarisch zijn.

Dit is een ingekorte en geactualiseerde versie van een verhaal uit KIJK 9/2018.

Tekst: Anouk Broersma

Openingsbeeld: University of Otago

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!