Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
De 120 miljoen jaar oude fossielen die paleontologen in het huidige Noordoosten van China opduikelden, zijn de eerste twee gravers uit het gebied.
Bescherming tegen roofdieren of heel hoge of juist lage temperaturen, of om dichterbij een maaltijd van plantenwortels of ondergrondse beestjes te zijn: er zijn verschillende theorieën over waarom sommige dieren holen graven en van het ondergrondse hun thuis maken.
Paleontologen hebben twee ‘zoogdierachtigen’ ontdekt die 120 miljoen jaar geleden tijdens het Vroege Krijt in het huidige Noordoosten van China al holen maakten. De soorten, zo schrijven de onderzoekers in vakblad Nature, zijn de eerste gravers die we in dit ecosysteem tegenkomen.
Lees ook:
- ‘Gigantische voorloper van moderne zoogdieren gevonden’
- Bijzonder: fossiel van dinosaurus op het nest
Zoogdierachtig
De paleontologen vonden de fossielen in de Jehol groep: een formatie gesteente tussen 145 en 100 miljoen jaar oud dat boven het aardoppervlak is komen te liggen in de Chinese provincie Liaoning. De ene soort is een zogenaamde tritylodontide: een zoogdierachtig reptiel. De paleontologen doopten het pakweg 30 centimeter lange dier Fossiomanus sinensis – een combinatie van fossio voor ‘graven’, manus voor ‘hand’ en sinensis wat ‘uit China’ betekent.
De tweede soort, die de onderzoekers Jueconodon cheni noemden, is een pakweg 18 centimeter lange eutricondontan: een verre neef van moderne zoog- en buideldieren. Beide soorten hebben een aantal eigenschappen die karakteristiek zijn voor gravers, zo schrijven de paleontologen. Zo hebben ze sterke voorpoten en handen en een korte staart.
‘Eerste’ gravers
De fossielen vormen een bijzonder paar omdat ze beide zowel het eerste overtuigende bewijs zijn voor gravers in hun respectievelijke groepen (lees: binnen de Tritylodontidae en Eutriconodonta), maar ook in dit specifieke ecosysteem. Waar Liaoning nu een heuvelachtig en kaal landschap is, heerste er tijdens het Vroege Krijt een subtropisch klimaat met actieve vulkanen, meren en dichte bossen.
Daarbij kennen de soorten wel een gemeenschappelijke voorouder, maar lijken ze de graafkunsten apart van elkaar verkregen te hebben. Met dergelijke vondsten hopen wetenschappers uiteindelijk duidelijk antwoord te krijgen op de vraag waarom sommige dieren holen graven. Bovendien geeft het hen een inkijkje in het leven de voorlopers van moderne zoogdieren en hun evolutie.
Bronnen: Nature, EurekAlert!
Beeld: Chuang Zhao, J. Meng/AMNH