Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een prehistorisch sabeltanddier zocht tijdens een massa-extinctie een nieuwe woonplek. Die vond hij duizenden kilometers verderop, maar stierf uiteindelijk toch ook uit.
The Great Dying, zo staat de massa-extinctie bekend die 252 miljoen jaar geleden afspeelde. Geen gekke naam: door vulkanische uitbarstingen en klimaatveranderingen stierven negen van de tien diersoorten uit (wat uiteindelijk de weg vrijmaakte voor de opkomst van de dinosauriërs). Inostrancevia, een tijgerachtig sabeltandwezen, speelde een opvallende rol tijdens deze uitstervingsperiode. Fossielen suggereren namelijk dat een aantal Inostrancevia, in een laatste poging om een betere woonplek te vinden, een tocht van ruim 11.000 kilometer heeft afgelegd over het supercontinent Pangaea. Dat schrijven Amerikaanse en Zuid-Afrikaanse paleontologen in het wetenschappelijke tijdschrift Current Biology.
Lees ook:
- Verklaring voor de onlogische ogen van het sabeltandbuideldier
- ‘Uniek fossiel van sabeltandtijger ontdekt’
- Vijf eerdere massa-extincties
Opmerkelijke vondst
Al in 2010 en 2011 zijn er in Zuid-Afrika fossielen gevonden van twee Gorgonopsia, een groep vleesetende protozoogdieren waaronder ook de eerste sabeltandroofdieren vallen. Ze waren ongeveer zo groot als een tijger en hadden een huid die waarschijnlijk vergelijkbaar was met die van een olifant of neushoorn. Leden van de Gorgonopsia leefden in twee regio’s die ver van elkaar waren verwijderd: een gebied dat nu Zuid-Afrika is, en een gebied dat nu Rusland is.
De gevonden fossielen waren nooit uitgebreid bestudeerd. Tot nu toe. Na een analyse van de botlengtes in onder andere de schedels, kwamen de paleontologen al snel tot de conclusie dat deze twee wezens behoorden tot het geslacht Inostrancevia. Opvallend, want deze zijn alleen nog maar aangetroffen in Rusland, dat ook in de tijd van het supercontinent Pangea al meer dan 11.000 kilometer verderop lag.
Ondergang
Een massa-uitsterving gebeurt niet plotseling, The Great Dying duurde bijvoorbeeld naar schatting een miljoen jaar. Toproofdieren, zoals Inostrancevia, zijn vaak de eerste soorten die het begeven tijdens zo’n gebeurtenis. Hun lage populatiedichtheid, grote lichaamsgrootte, relatief langzame ontwikkeling en afhankelijkheid van stabiele prooipopulaties maken ze extra kwetsbaar voor milieuverstoringen. Dat zie je ook terug in het fossielgeheugen. “Alle grote toppredatoren in Zuid-Afrika stierven uit ruim voor het einde van de massa-extinctie”, zegt Pia Viglietti, auteur van de studie, in een persbericht.
Maar gek genoeg zijn de Inostrancevia-fossielen iets jonger dan de Afrikaanse Gorgonopsia-fossielen. Daaruit concluderen de paleontologen dat de Russische roofdieren op zoek waren naar een betere woonplek en eindigden in Zuid-Afrika, waar de toppredatoren ondertussen al waren uitgestorven maar waar wel nog herbivoren rondstruinden. Daarmee hebben ze hun ondergang iets kunnen uitstellen.
Bronnen: Current Biology, Field Museum via EurekAlert!