Varanen redden schapen van vleesetende maden

Marysa van den Berg

26 juni 2024 12:00

De Rosenberg's monitor eet dode dieren en voorkomt zo de grootschalige verspreiding van maden.

Het inheemse Australische reptiel Rosenberg’s monitor blijkt essentieel in het beschermen van vee tegen huidmadenziekte.

“Het was walgelijk; we waren maden aan het tellen. Na vijf dagen vonden we er zo’n duizend op één dode rat”, vertelt bioloog Tom Jameson van de University of Cambridge. Samen met Australische collega’s ontdekte hij dat varanen het beste zijn in het opruimen van dierenkarkassen om daarmee de verspreiding van vleesetende maden naar lokale schapen te beperken. De resultaten verschenen in het tijdschrift Ecology and Evolution.

Lees ook:

Rottend vlees

In het zuiden van Australië is het vaak warm en vochtig. In die omstandigheden vormt de wol van schapen een aantrekkelijk nestje voor de bromvlieg om eitjes in te leggen. Zodra die eitjes uitkomen begint een ware slachting. De maden begraven zich in de huid van het slachtoffer en scheiden daar stoffen af die tot weefselafsterving leiden. Dat geeft rottend vlees en daar zijn de wriemelbeestjes dol op.

De geur van dat rottende vlees trekt weer andere insecten aan. Die leggen op hun beurt ook eitjes op het arme schaap. Zit het dier eenmaal vol met maden, dan legt het binnen een week het loodje. Deze door de bromvlieg veroorzaakte huidmadenziekte, in Australië fly strike genoemd, kost boeren in het gebied miljoenen dollars per jaar.

Maden op ratten

Maar varanen kunnen daar wat aan doen, zo was de gedachte van Jameson. Hij en zijn team lieten dode ratten achter op diverse locaties in het Marna Banggara Rewilding Project-gebied. In deze regio willen wildbeschermers het aantal zogenoemde invasieve diersoorten terugdringen. Het gaat dan om onder meer vossen en katten, die Europese kolonisten in de achttiende eeuw introduceerden op het continent. Deze invasieve soorten dreigen nu de oorspronkelijke inheemse diersoorten te verdringen.

De onderzoekers installeerden een camera bij de karkassen en telden na vijf dagen het aantal maden op de exemplaren die niet door aaseters waren weggehaald. Ze constateerden dat Rosenberg’s monitor, een varaan die door Australiërs heath goanna wordt genoemd, het beste bleek in het weghalen van de door maden aangevreten dode ratten.

Een Rosenberg's monitor, een inheemse varaan in Australië, neemt een dode rat mee tijdens het experiment
Een Rosenberg’s monitor, een inheemse varaan in Australië, neemt een dode rat mee tijdens het experiment. Dit reptiel kan tot 1,5 meter lang worden. (Beeld: Tom Jameson)

Fijn voor boeren

De inheemse varanen waren er als de kippen bij om hun gratis maaltje te komen halen. Sneller dan hun Europese rivalen. De reptielen kunnen daardoor helpen de verspreiding van de bromvlieg en daarmee de huidmadenziekte te beperken. Want hoe minder rottend vlees er ligt in het landschap, hoe minder maden.

Volgens Jameson en collega’s bewijst hun onderzoek dat niet alleen invasieve soorten moeten worden teruggedrongen in Zuid-Australië, maar dat ook moeite moet worden gedaan om inheemse soorten beter te beschermen. Dat is niet alleen maar goed voor de biodiversiteit, maar ook fijn voor het vee en de boeren.

Bronnen: Ecology and Evolution, University of Cambridge via EurekAlert!

Beeld: Paul Asman and Jill Lenoble, cc-by-sa 2.0 generic

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK! 


Meer Science