Het zoutgehalte van de Dode Zee is zo hoog dat een mens als een rubberbootje op het water blijft drijven. Hoe komt dat?
In al het water dat via de rivieren in zee terechtkomt, zit een beetje opgelost zout; meegekomen met het regenwater dat gesteenten verweert. Dat de zoutconcentratie van de zee groter is dan van de rivieren komt door indamping: het water verdampt, het zout blijft achter. Vooral kleine, geïsoleerde zeeën in hete gebieden hebben hier ‘last’ van.
Lees ook:
De Dode Zee, op de grens van Jordanië, de Westelijke Jordaanoever en Israël, is hiervan een voorbeeld bij uitstek. Deze ligt ruim 400 meter onder zeeniveau en is daarmee het laagst gelegen punt op aarde. Water verdwijnt er dus alleen uit door middel van verdamping, waarbij het zout achterblijft. Bovendien is het er heet, stroomt er niet veel water in en valt er hooguit 10 centimeter regen per jaar. Het zoutgehalte van het water is nu ongeveer 33 procent, waardoor een mens er als een rubberbootje op blijft drijven.
Ook de Middellandse Zee heeft heel erg zoute perioden gekend, omdat deze zee door tektonische processen afgesloten raakte van de Atlantische Oceaan en het water dus niet weg kon. Tijdens de zogeheten ‘Messiniaanse zoutcrisis’ van bijna 6 miljoen jaar geleden was de Middellandse Zee ongeveer net zo zout als de Dode Zee tegenwoordig.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl. En in onze gloednieuwe special geven we antwoord op 178 bijzondere, verrassende en boeiende vragen! Bestel hem hier! Of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Marlies ter Voorde
Beeld: Pete/CC BY-SA 3.0