Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Roken is de hoofdoorzaak van longkanker, maar dat betekent niet dat iedere roker de ziekte krijgt. Een nieuwe studie suggereert waarom de ene roker vroeg doodgaat aan longkanker, en de ander niet.
“Mijn oma rookt een pakje per dag en is al 92, dus zo ongezond is het ook weer niet.” Je hebt zo’n soort anekdote vast vaker gehoord. Maar hoe komt het nu dat die kettingrokende oma zo oud kan worden zonder longkanker te ontwikkelen, terwijl de andere roker op zijn zestigste sterft aan de gevolgen van de ziekte? Onderzoekers van het Albert Einstein College of Medicine in New York hebben het uitgezocht.
Lees ook:
- ‘Combinatie roken en genen verhoogt kans op tweeling’
- ‘Stop in één keer met roken’
- A.I. voorspelt het risico op longkanker
116 pakjesjaren
De wetenschappers bestudeerden een (relatief kleine) groep van 33 deelnemers, variërend van 11 tot 86 jaar oud. Ongeveer de helft van hen had nog nooit gerookt, de andere in variërende mate. De hevigste roker had al 116 pakjesjaren gerookt. Een pakjesjaar is het aantal jaren dat iemand heeft gerookt, vermenigvuldigd met het aantal pakjes per dag. Om 116 pakjesjaren bij elkaar te verzamelen zou je dus bijvoorbeeld 58 jaar lang 2 pakjes per dag moeten roken.
Hoewel roken de hoofdoorzaak is van longkanker, ontwikkelt slechts zo’n 10 tot 20 procent van rokers de ziekte, leggen de wetenschappers in hun onderzoek uit. Maar de kans dat een niet-roker longkanker ontwikkelt is een heel stuk kleiner: ongeveer 1 op 6000.
Longcellen
Geen longkanker krijgen terwijl je rookt, is niet enkel een kwestie van geluk, blijkt uit de studie. Genen zijn een belangrijke factor. De wetenschappers namen bij de deelnemers cellen af langs de randen van hun longen. Deze cellen blijven decennialang aanwezig en kunnen muteren als ze ouder worden, óf als er wordt gerookt . Doordat ze zo lang in leven blijven behoren ze tot de grootste kanshebbers om kanker te ontwikkelen.
De onderzoekers maten het aantal mutaties in de afgenomen longcellen en vergeleken die data met de informatie die ze hadden over de rookhistorie van de deelnemer. Het was voor de wetenschappers geen grote verassing dat mensen met meer pakjesjaren over het algemeen meer DNA-mutaties in de longcellen hadden.
Ontgiften
Waar de wetenschappers wel verbaasd over waren, is dat de hoeveelheid mutaties na 23 pakjesjaren niet toenam. De deelnemer die 116 pakjaren had gerookt, had dus niet vijf keer zo veel mutaties als iemand die vijf keer zo weinig had gerookt. Dat verdere mutatie uitbleef, zou kunnen komen doordat het lichaam van de kettingrokers heel efficiënt is in het herstellen van beschadigd DNA of het ‘ontgiften’ van de sigarettenrook, denken ze. Bij ontgifting zorgt het lichaam ervoor dat de schadelijke stoffen worden gefilterd .
De wetenschappers laten in hun persbericht weten dat ze druk bezig zijn testen te ontwikkelen die iemands vermogen tot DNA-reparatie of ontgifting kan meten. Zo hopen ze erachter te komen welk risico een specifiek persoon heeft op longkanker.
Buiten longkanker zijn er nog een hoop andere complicaties gekoppeld aan het roken van sigaretten. “Zo worden 30 procent van de hart- en vaatziekten veroorzaakt door roken en is het de meest voorkomende oorzaak van blindheid”, zegt longarts Wanda de Kanter, die de studie “heel interessant” noemt. Ze waarschuwt wel dat zo’n test of je risico loopt op longkanker een vals gevoel van veiligheid zou kunnen geven. Professor René Bernards voegt daar aan toe: “De kans dat je er aan doodgaat is geen 100%, maar de Russische roulette wordt steeds gevaarlijker naarmate je meer kogels in het pistool doet, zoals je met roken duidelijk doet.”
Bronnen: Nature Genetics, Medical Xpress, Interesting Engineering
Beeld: Anthony Sanchelli/Wikimedia