Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Het is weer volop raak deze zomer: bosbranden grijpen om zich heen. Wat te doen tegen dit extreme vuur?
De wereld lijkt in de fik te staan. En deze heftige natuurbranden zullen we in de toekomst steeds vaker zien, door de toegenomen droogte en warmte die de klimaatverandering met zich meebrengt, blijkt uit onderzoek. Met alle gevolgen voor mens en dier van dien. Wat te doen om deze bosbranden te stoppen? Experts pleiten ervoor brand te gebruiken om brand te voorkomen.
Lees ook:
Ladder van brandstof
Vuur heeft drie dingen nodig: zuurstof, warmte en brandstof, ook wel de vuurdriehoek genoemd. Het eerste onderdeel, zuurstof, zit altijd in de lucht en bij harde wind wakkert dat het vuur extra aan. Daar hebben we helaas geen vat op. Op de factor warmte wel. Blussen zorgt namelijk voor afkoeling. Maar misschien wel het belangrijkste ‘ingrediënt’ van vuur is brandstof, en bij natuurbranden is dat vooral de brandbare onderste laag van de vegetatie: gras, struiken en lage takken.
Hoe meer brandstof er is, hoe sneller brand ontstaat en hoe sneller die zich verspreidt. “Alle branden beginnen aan de grond”, zegt vuurgeograaf Cathelijne Stoof van Wageningen University. “De onderste laag van de begroeiing kan voor het vuur een soort ladder van brandstof naar de boomtoppen vormen. En als de brand daar eenmaal is aangekomen, is hij nog moeilijk te bestrijden. Je moet die brandladders dus regelmatig verwijderen.”
De snelste en efficiëntste manier om een bos te ontdoen van brandladders is verrassend genoeg door op strategische plekken brand te stichten. Door dit gecontroleerd te doen, creëer je een ‘schoon’ bos en dat voorkomt grotere en ongecontroleerde branden in de toekomst. Natuurlijk zijn er dingen waar je op moet letten voor je zo’n zogenoemde beheerbrand start. “Je moet het bijvoorbeeld alleen doen in de tijd van het jaar dat het gebied een beetje vochtig is, zoals in de herfst of de late winter”, legt Stoof uit. “Zo is het vuur makkelijker te controleren en blijven de voedingsstoffen in de bodem beter behouden.”
Soort bos
Er zijn meer manieren om de hoeveelheid brandstof te beperken. Zo zouden we volgens Stoof meer moeten kijken naar de manier waarop we het landschap inrichten. “Het is bijvoorbeeld in een naaldbos veel warmer en droger dan in een loofbos. Daardoor brandt naaldbos makkelijker en verspreidt vuur zich er sneller.”
Oplossingen zijn dan volgens haar het op strategische plekken planten van minder goed brandbare bomen. Lege stroken in een bos, de zogenoemde brandgangen, kunnen helpen om vuurverspreiding te verminderen. Bovendien kan de brandweer er dan beter bij om de brand te bestrijden wanneer er toch een uitbreekt.
Brandweerdrones
Mocht er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch een brand uitbreken, dan wil je er wel op tijd bij zijn. Nederland is zo dichtbevolkt dat een bosbrand hier snel opvalt, maar in afgelegen natuurgebieden in de rest van de wereld werkt dat natuurlijk niet. Van oudsher staan in deze bossen uitkijktorens met vuurspotters. Later kwamen daar satellietdata bij; denk bijvoorbeeld aan hittekaarten.
Inmiddels staan er ook drones met meetapparatuur ter beschikking van de brandweer. Maar satellieten en drones zijn er lang niet altijd op tijd bij om de eerste rookwolken waar te nemen. En met een snelheid tot boven de 10 kilometer per uur kan de brand zich al flink hebben verspreid voor de brandweer ter plaatse is.
Veel sneller is een netwerk van rooksensoren. Daar zijn inmiddels verschillende initiatieven voor op poten gezet. Een collega van Stoof aan Wageningen University, Hugo Lambrechts, werkt mee aan zo’n project in Zuid-Afrika. “In een aantal bosrijke gebieden zijn camera’s op torens geplaatst die in 3 minuten 360 graden ronddraaien”, vertelt Lambrechts. “De camerabeelden worden doorgegeven aan een computerprogramma dat heeft geleerd rook te detecteren. Alle data komen bij elkaar in een centrale controlekamer. Bij rook wordt er alarm geslagen en na bevestiging door experts kan er actie worden ondernomen.”
Vlamvertragers
Uiteindelijk moet een gevaarlijke natuurbrand worden bestreden. De brandweer rukt dan uit met groot materieel, maar natuurbranden vragen om een andere bestrijding dan gebouwbranden. “De zogenoemde handcrews, die het harde, zware werk doen, worden steeds belangrijker”, zegt Stoof. In de VS heten deze specialistische brandweermensen smoke jumpers en worden ze vaak met parachutes dicht bij de plek van de brand gedropt. (Zie foto hieronder.)
“Met gereedschap trekken de handcrews het gebied in en maken ze brandgangen door de onderlaag van dode bladeren weg te halen”, zegt Stoof. Ze pakken daarmee net als bij beheerbranden de factor brandstof aan. Daardoor is de kans groter dat het vuur vanzelf uitdooft.
In het buitenland worden ook weleens vlamvertragers ingezet om het vuur niet de kans te geven nieuwe brandstof tot zich te nemen. Vloeistoffen als ammoniumfosfaat worden dan bijvoorbeeld uit blusvliegtuigen op bos gedropt dat op de route van een zich uitbreidend vuur ligt. Maar deze chemicaliën kunnen in het oppervlakte- en grondwater terechtkomen en de nadelige effecten daarvan op de natuur zijn nog niet helemaal bekend.
Daarom kwam Stanford University eind 2019 met een nieuwe brandvertrager. Deze gelachtige vloeistof bestaat uit cellulosemoleculen, waaruit ook de celwanden van planten zijn opgebouwd. De biologische substantie kan water absorberen en is daardoor vuurvertragend. Stoof: “Zo’n vloeistof kan mogelijk een laatste redmiddel zijn op plekken waar goed brandstofbeheer in het landschap heeft gefaald.”
Onze regels
Tot slot is er nog iets wat wij mensen moeten leren. Het is een feit dat overal ter wereld steeds meer heftige bosbranden voorkomen. “Daar moeten we op een goede manier mee leren omgaan. Vuur is nu eenmaal een natuurlijk proces, waar bossen al sinds het allereerste begin mee te maken krijgen”, stelt Stoof.
We kunnen dus niet elke natuurbrand vermijden en dat moeten we ook niet doen. We moeten aan het werk met beheerbranden en landschapsbeheer, zodat we het vuur controleerbaar houden. Zo accepteren we dat er bosbranden voorkomen, maar dan wel volgens ónze regels.
Een langere versie van dit artikel staat in KIJK 11/2021.
Beeld (header): National Interagency Fire Center