Wetenschappers vangen de geur van mummiebalsem in een potje

Marysa van den Berg

01 september 2023 12:00

De geur van mummiebalsem in een potje.

Onderzoekers maakten ‘de geur van de eeuwigheid’ na op basis van de gevonden ingrediënten van de balsem van een Egyptische mummie.

De oude Egyptenaren balsemden hun doden met een mengsel van substanties zodat ze beter bewaard bleven. Volgens hun geloof was dat een vereiste om toegang te krijgen tot het hiernamaals. Maar hoe rook die balsem? Nou, een beetje naar vanille. Zo stelden archeologen van het Max Planck Institute of Geoanthropology vast. Zij analyseerden én bottelden de geur van de gebalsemde en gemummificeerde organen van een Egyptische edelvrouw. De resultaten verschenen in Scientific Reports.

Lees ook:

Dierbare verzorgster

Vrouwe Senetnay leefde zo’n 3450 jaar geleden aan het hof van farao Amenhotep II. Ze was waarschijnlijk de verzorgster van de koning in diens jeugd en is daarna een belangrijk persoon voor hem gebleven. Ze was hem zo dierbaar dat ze na haar dood een plaats kreeg in de Vallei der Koningen, een begraafplaats voor farao’s.

De organen van Senetnay werden gebalsemd en daardoor gemummificeerd. Vervolgens werden ze bewaard in vier verschillende kalkstenen potten. De onderzoekers, onder leiding van Barbara Huber, namen monsters uit twee van die potten (met daarin de longen en de lever). Die analyseerden ze met geavanceerde technieken, zoals gaschromatografie en massaspectrometrie.

Kalkstenenpot in de vorm van een hoofd waarin de gemummificeerde organen van Senetnay zich bevinden.
Een van de kalkstenen potten waarin zich de gemummificeerde organen van de Egyptische edelvrouw Senetnay bevinden. Beeld: Museum August Kestner, Hannover/Christian Tepper.

Bijzondere harsen

Huber en collega’s vonden een ingewikkelde mix van stoffen in de gebruikte balsem: bijenwas, plantenolie, dierlijke vetten, bitumen (een grondstof van asfalt), hars van een naaldboom (waarschijnlijk lariks) en hars van ofwel een soort van het Dipterocarpus-plantengeslacht (een tropische boom) of een pistache-achtige plant.

Volgens Huber en haar team geven de specifieke mix van stoffen de hoge status aan van vrouwe Senetnay aan. Zo moest larikshars van boven de Middellandse Zee komen en groeit de Dipterocarpus-boom alleen maar in de tropische bossen van Zuidoost-Azië.

Als de aanwezigheid van de bijzondere plantenharsen ook in later onderzoek bevestigd wordt, betekent dit dat ze van ver moesten komen. En dat geeft weer aan dat de handelsroutes van de oude Egyptenaren in die periode verder reikten dan tot nu toe gedacht.

Scent of eternity

Maar nu die geur van de balsem. In samenwerking met een parfumeur kregen de archeologen het voor elkaar om het stoffenmengsel na te maken. Dat leidde tot wat zij noemen the scent of eternity (de geur van de eeuwigheid). Hoe het ruikt? Een beetje naar vanille. Dat komt door de aanwezigheid van coumarine en benzeencarbonzuur in de plantenhars. Beide geven precies die zoete geur af.

Het flesje balsemgeur gaat nu naar het Deense Moesgaard Museum, waar het onderdeel wordt van een multi-zintuigelijke ervaring van het mummificatieproces. Want hoe gaaf is het als je niet alleen kunnen lezen over de mummie van vrouwe Senetnay maar ook hoe haar balsem rook?

Hoop op eeuwigheid

“Onderzoek zoals dit is in mijn beleving baanbrekend”, begint egyptoloog Sigrid van Roode. “Het brengt ons dichterbij een aspect van het verleden dat je niet kunt opgraven, maar wel enorm belangrijk is voor de mensen in die tijd: hoe hun wereld rook, klonk, voelde.”

“Geur was voor de Egyptenaren enorm belangrijk”, vervolgt ze. “Ze hadden een enorme afkeer van rotting; het is dan ook logisch dat het mummificatieproces daar het omgekeerde van is. Maar het effect gaat bij hen veel verder dan alleen ‘een lekker luchtje’. Geur had een soort magische kracht die zorgde voor een transformatie naar het ‘eeuwige leven’.”

Overigens betreft de gebottelde geur volgens Van Roode niet dé geur van het mummificatieproces, maar van een mummificatieproces. “Dit luchtje is echt specifiek voor Senetnay gemaakt. We zien in dit onderzoek dus ook hoe persoonlijk zo’n ritueel is. We weten nu niet alleen meer over de gebruikte moleculen maar ook over een mens en haar hoop op eeuwigheid.”

Bronnen: Scientific Reports, Max Planck Institute of Geoanthropology

Beeld: hars van de Dipterocarpus-boom, naast een flesje gebottelde balsemgeur (Foto: Barbara Huber)