Al 125 jaar heibel: wie ontdekte aspirine?

Tim Tomassen

06 maart 2024 14:06

Witte tabletten aspirine op een blauwe achtergrond

Aspirine bestaat vandaag officieel 125 jaar. Maar na al die jaren is er nog steeds onenigheid over wie nou de daadwerkelijke ontdekker van de pijnstiller is.

Op 6 maart 1899, vandaag 125 jaar geleden, kreeg het Duitse farmaceutische bedrijf Bayer patent op aspirine. Tot de opkomst van paracetamol was het middel in het Westen de meest gebruikte pijnstiller. Wie is het meesterbrein achter deze uitvinding? Dat blijkt gevoelig te liggen.

Lees ook:

Felix Hoffmann

Meer dan 3500 jaar geleden gebruikten oude beschavingen – zoals de Sumeriërs en Egyptenaren – wilgenbast als pijnstiller en koortswerend middel. Ook de Romeinen en oude Grieken verwerkten wilgenbast in hun medicijnen. In de negentiende eeuw ontdekten chemici dat salicylzuur zorgt voor de medicinale effecten van de bast én dat die stof naast pijnstillend en koortswerend ook nog eens ontstekingsremmend werkt.

Felix Hoffmann
Felix Hoffmann (1868-1946)

In de jaren daarna lukte het verschillende wetenschappers om salicylzuur uit wilgenschors te halen en zelfs om het kunstmatig te produceren. Maar het veelbelovende stofje bleek toen ook vervelende bijwerkingen te hebben: het kan onder andere ernstige maag- en darmproblemen veroorzaken.

Veel chemici probeerden die bijwerkingen te verminderen. Uiteindelijk was het de voor Bayer werkende Felix Hoffmann die samen met zijn collega Arthur Eichengrün de chemische structuur van salicylzuur aanpaste, waarna het (bijna) geen bijwerkingen meer had. De ontstane stof – acetylsalicylzuur – is nog steeds de werkende stof in aspirine.

Bayer kreeg op 6 maart 1899 patent op aspirine en bracht het middel datzelfde jaar nog op de markt. In de jaren daarna bleek dat aspirine ook allerlei andere positieve effecten heeft. Zo kan het nuttig zijn bij bloedproppen, hart- en vaatziektes en ontstekingsziektes.

lampje

Hoffmann had een extra motivatie om een goede pijnstiller te ontwikkelen. Zijn vader leed namelijk aan artritis. Naar verluidt beleefde hij dankzij aspirine voor het eerst in jaren een pijnvrije nacht.

Arthur Eichengrün

De meeste mensen – inclusief Bayer – noemen Felix Hoffmann de ‘ontdekker’ van aspirine. Maar er zijn ook mensen die vinden dat die eer naar zijn collega Arthur Eichengrün moet gaan.

Arthur Eichengrün
Arthur Eichengrün (1867-1949)

In 1934 claimde Hoffmann als eerste dat hij de oorspronkelijke ontdekking had gedaan. Door de opkomst van de nazi’s kon de joodse Eichengrün geen openlijk bezwaar maken. Maar in 1944 meldde hij in een brief, die hij schreef in een concentratiekamp, voor het eerst dat hij de eigenlijke uitvinder van aspirine zou zijn.

Jaren later, in 1949, publiceerde Eichengrün in het Duitse academische tijdschrift Die Pharmazie een artikel waarin hij schrijft dat hij Hoffmann de opdracht gaf om acetylsalicylzuur te synthetiseren; hij was toentertijd het hoofd van het chemische laboratorium van Bayer. Hoffmann zou volgens hem alleen een uitvoerende rol hebben gehad en hijzelf zou het brein achter de uitvinding zijn geweest.

In de wetenschappelijke wereld is er nog altijd geen consensus over wie nou de werkelijke uitvinder is. Maar waarschijnlijk ligt de waarheid ergens in het midden en hebben beide mannen een belangrijke rol gespeeld. Bovendien hebben ze allebei natuurlijk voortgeborduurd op ontdekkingen van andere chemici. Zo zou Charles Frédéric Gerhardt bijvoorbeeld in 1853 al een onzuivere en instabiele vorm van acetylsalicylzuur hebben gemaakt.

Bronnen: Journal of Cardiovascular and Thoracic Research, The Pharmaceutical Journal, Historiek

Beeld: Aleksandr Zubkov/Getty Images

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK! 


Meer Science