Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Vaak wisselt een groep wielrenners van kopman, want vooraan is de luchtweerstand groter. Maar heeft de koploper last van de renners in zijn kielzog?
Het valt Jan Riemersma op dat wielrenners hun collega’s en concurrenten regelmatig vragen om de koppositie in een groepje over te nemen. “Ik zag in de Giro d’Italia een nerveus gebarende Tom Dumoulin,” mailt Jan, “die zijn mederijders in de koers verzocht om te rouleren in de jacht op ontsnapte concurrenten. Zijn mederijders lieten hem al het kopwerk doen en hij vond dat zichtbaar niet leuk.”
Nou weet Jan uit ervaring dat het prettiger is om in het kielzog van een renner te rijden dan kopwerk te doen. Maar zijn vraag is: verspil je meer energie met een aantal renners in je kielzog dan in je eentje? Met andere woorden: hoe erg is het dat Toms mederenners hem al het kopwerk laten doen?
Lees ook:
- ‘Motor achter wielrenner levert tijdsvoordeel op’
- ‘Epo werkt niet bij getrainde wielrenners’
- Fiets.nl: Angst om in een groep te fietsen en bang om te vallen, hoe pak ik dat aan?
In het kielzog
Het scheelt inderdaad enorm als je in het kielzog van een voorligger kunt rijden. Dat komt doordat bij hoge snelheid de luchtweerstand heel groot is: bij 50 km/u is die ongeveer 90 procent van de totale weerstand (de overige 10 procent is rolweerstand, door energieverlies in de banden). Door vlak achter iemand te gaan rijden, kun je de luchtweerstand met 30 à 40 procent reduceren, zo blijkt uit verschillende studies.
Maar heeft de kopman ook last van renners die vlak achter hem rijden? Het antwoord is verrassend: hij heeft er geen last van. Integendeel, hij heeft er juist profijt van, al is dat voordeel lang niet zo groot als dat voor de achterop rijdende renners.
De groep van professor Bert Blocken (TU Eindhoven) heeft daar computersimulaties en windtunnelexperimenten mee gedaan. Ze gingen uit van 50 km/u, en wat bleek? De kopman ondervindt 2,6 procent minder weerstand als één renner vlak achter hem rijdt, en zelfs 3,1 procent minder als twee of meer renners vlak achter hem rijden. De simpele verklaring is dat elke renner de lucht vóór zich een beetje vooruit duwt, en dat effect wordt sterker als het een sliert renners betreft. Daar heeft de kopman dus voordeel van.
Eén na laatste
Hier zit nog een grappige consequentie aan vast. In een sliert renners die vlak echter elkaar rijden, is het niet de allerlaatste die het meest profiteert, maar de op één na laatste. Die heeft namelijk niet alleen het grote voordeel van de renners vóór hem, maar ook nog het kleine voordeeltje van de renner achter hem. En nu maar hopen dat Tom Dumoulin dit ook leest.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl. En in onze gloednieuwe special geven we antwoord op 178 bijzondere, verrassende en boeiende vragen! Bestel hem hier! Of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Jo Hermans
Beeld: P_Wei/iStock/Getty Images