‘Die wilskracht die opraakt, is er niet’

KIJK-redactie

14 juli 2016 11:00

wilskracht

Onze mythbuster Ronald Veldhuizen moet met de billen bloot: hij blijkt zélf een wetenschappelijke mythe te hebben verspreid…

De dag die ik wist dat zou komen: ik heb ontdekt dat ik me jarenlang schuldig heb gemaakt aan het verkondigen van een mythe. Daar moeten we het dan wel even over hebben, want een mythbuster die luidkeels bij anderen fouten constateert en niet bij zichzelf, is niet helemaal eerlijk bezig. Iets met twee maten, heet dat.

Wilskracht

Het begon allemaal ruim drie jaar geleden. Toen schreef ik samen met Asha ten Broeke het boek Eet mij, over de bizarre psychologie achter ons eetgedrag. Het centrale punt is dat we de godganse dag worden verleid om te eten, ook op manieren waar we niet bij stilstaan. En daar geven we vroeg of laat aan toe, want mensen hebben vrij weinig zelfcontrole als het op eten aankomt.

Vanaf dit punt komen we in mythegebied. De psycholoog Roy Baumeister bedacht namelijk dat je wilskracht nodig hebt om zelfcontrole uit te oefenen. En die wilskracht is een keer op, net als het water in een put of een spier die je te lang aanspant. Vermoeiende taken, rekensommen, sociale plichten: allemaal slurpen ze het wilskrachtreservoir leeg, zo bleek uit tientallen studies.

Jammerdepammer

Maar jammerdepammer: toen onlangs een andere psycholoog de oorspronkelijke wilskrachtproeven van Baumeister met een veel strengere opzet probeerde te herhalen, kwam hij niets tegen. Nul, nada, noppes. Hij is er niet, die wilskracht die opraakt en zichzelf weer oplaadt. En wij in ons boek maar roepen dat het logisch is dat je na een dag zwoegen eerder toegeeft aan een bak roomijs.

Terecht zeggen kritische psychologen nu dat er een nieuwe verklaring moet komen voor de schommelingen van zelfcontrole. Want misschien raakt onze zelfcontrole niet uitgeput door een gebrek aan wilskracht, maar wordt hij zo nu en dan overmand door eetlust of een behoefte aan lekker troostvoedsel. En dat is zo mooi aan mythes verpulveren: het opent deuren naar nieuwe ideeën.

Deze column verscheen ook in KIJK 5/2016.