Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
De mensapen nemen snel nieuwe roepen over van andere orang-oetans, ontdekten Britse wetenschappers.
Bae, viben, shinen, swag. Het zijn allemaal voorbeelden van slang: taalgebruik die wordt voorbehouden aan een sociale groep (niet te verwarren met straattaal). Het uit het Amerikaans overgewaaide woord zou je het best kunnen vertalen als ‘plat taalgebruik’. Nu blijkt dat slang niet enkel is voorbehouden aan mensen; orang-oetans schijnen er ook een handje van te hebben. Dat ontdekten wetenschappers van de Universiteit van Warwick nadat ze de roepen van zeventig orang-oetans, uit zes verschillende populaties, hadden opgenomen en onderzocht.
Lees ook:
- Hoe krijg ik mijn zelfbedachte woord in het woordenboek?
- KIJK Tipt: Tussen glimlach en grimas (Mariska Kret)
- Orang-oetan verandert geluid met hand
Slang
In tijdschrift Nature Ecology and Evolution beschrijft het team hoe het tussen 2005 en 2010 6120 uur lang orang-oetans heeft geobserveerd vanuit zes verschillende onderzoeksstations op Borneo en Sumatra. Hierbij namen de Britse onderzoekers de ‘kiss-squeaks’ van zeventig apen uit wilde populaties op. Deze hoge alarmkreetjes maken orang-oetans door hun lippen te tuiten, alsof ze gaan kussen.
De wetenschappers ontdekten toen dat de kiss-squeaks niet aangeboren en aangeleerd zijn, zoals lang werd gedacht. De apen zijn in staat continu nieuwe versies van de kreet te bedenken, variërend in toonhoogte en duur. Bovendien wordt de frequentie van de nieuwe roep beïnvloed door de dichtheid van de orang-oetanpopulatie.
In ‘dichtbevolkte’ groepen communiceerden de orang-oetans met een grote verscheidenheid aan geluiden, die ook snel veranderden. In kleinere groepen gebruikten de apen minder verschillende roepen. Ze experimenteerden niet met zo’n groot aantal nieuwe geluiden, maar als ze een nieuwe variant introduceerden, hielden ze die wel langer aan. Daardoor was hun repertoire rijker dan dat van orang-oetans in grote populaties.
Compleet plaatje
“Wat een interessante studie”, zegt cognitief psycholoog Mariska Kret. “Dit laat maar weer eens zien hoe enorm belangrijk het is om studies bij wilde populaties te doen, en bij verschillende wilde populaties. Net als dat de ene aap de andere niet is, zijn er ook belangrijke verschillen tussen groepen. Ik ben benieuwd of dit soort variatie ook terug te vinden is bij groepen binnen dierentuinen, die soms erg verschillen in groepsgrootte.”
Zelf onderzoekt Kret, werkzaam aan de Universiteit Leiden, onder meer hoe primaten op emoties reageren. “Om het plaatje compleet te krijgen zou je eigenlijk willen dat dit onderzoek herhaald werd bij andere mensapen, en in een studie bij mensen. Ik ben ook benieuwd in welke mate de resultaten opgaan voor ander soort vocalisaties dan het type dat hier onderzocht is. De conclusies die worden getrokken gaan over vocalisaties in het algemeen, maar de onderzoekers keken enkel naar alarmkreten. Misschien dat de bevindingen nog breder te trekken zijn dan vocalisaties en ook opgaan voor gezichtsexpressies en lichaamstaal.”
Bronnen: Nature Ecology and Evolution, University of Warwick via EurekAlert!, The Guardian
Beeld: Madeleine E. Hardus