Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Wetenschappers hebben 128 nieuwe maantjes gespot rondom Saturnus. Het totale aantal staat daarmee nu op 274.
De laatste jaren zijn Saturnus en Jupiter in een soort maanrace verwikkeld. In 2019 nam Saturnus de leiding toen er twintig nieuwe natuurlijke satellieten werden ontdekt, de teller stond toen op 82. Maar in 2023 bereikte Jupiter 92 manen – en later dat jaar zelfs 95 – en herpakte daarmee de titel. Dat duurde niet lang, want in hetzelfde jaar nog steeg de teller van Saturnus naar 146. En nu loopt de planeet nog verder uit, want astronomen hebben 128 nieuwe manen ontdekt rond Saturnus, waarmee het totaal nu uitkomt op 274.
Lees ook:
Aardappels
De Nederlands sterrenkundige Christiaan Huygens ontdekte in 1655 de eerste maan rond Saturnus – tegenwoordig bekend als Titan. Deze heeft een doorsnede van ruim 5000 kilometer en is daarmee de op een na grootste maan van ons zonnestelsel. De 128 nieuwe manen zijn een stuk kleiner; ze zijn maar enkele kilometers groot. Ze zijn bovendien niet perfect rond en lijken meer op aardappels.
Het zijn zogenoemde onregelmatige manen. Ze hebben veelal scheve en uitgerekte banen, vaak bewegen ze zelfs in de tegenovergestelde richting van grote manen zoals Titan. Die banen zijn bovendien enorm groot, sommige cirkelen op wel tientallen miljoenen kilometers afstand rondom de gasreus. Ter vergelijking: de afstand naar onze eigen maan is nog geen 400.000 kilometer.
Botsingen
De ontdekking van de nieuwe Saturnusmanen is vorige week erkend door de Internationale Astronomische Unie en is daarmee officieel. In een wetenschappelijk artikel dat binnenkort verschijnt in het vakblad Research Notes of the American Astronomical Society schrijven de ontdekkers dat de maantjes mogelijk brokstukken zijn van een botsing tussen grotere hemellichamen. Ze vermoeden dat dit dan ‘slechts’ 100 miljoen jaar geleden plaatsvond – relatief recent voor astronomische begrippen.
De ontdekking kan misschien helpen bij het beantwoorden van vragen over de oorsprong van de ringen van Saturnus. Mogelijk zijn die ontstaan doordat een maan te dichtbij kwam en daardoor in stukken werd gescheurd. Zeker is dat overigens nog niet.
Dat er steeds extra manen worden ontdekt, komt doordat telescopen groter en beter worden. De verwachting is dan ook dat er in de toekomst, bijvoorbeeld met de Europese Extremely Large Telescope die in aanbouw is, nog meer manen ontdekt zullen worden. Niet alleen bij Saturnus, ook bij Jupiter. Maar het lijkt onwaarschijnlijk dat die laatste de maanrace nu nog kan winnen.
Bronnen: National Georgaphic, The Guardian, De Volkskrant