Houden buitenaardse beschavingen ons in de gaten?

Jean-Paul Keulen

26 november 2019 12:59

Stel dat aliens ons bespioneren, vanaf welke plek kunnen ze dat dan het beste doen? Natuurkundige James Benford denkt het antwoord op die vraag te hebben.

“Niemand zou in de laatste jaren van de negentiende eeuw hebben geloofd dat de zaken van de mensen scherp en nauwkeurig werden geobserveerd door intellecten die groter waren dan die van de mens.” Met die woorden begint H.G. Wells zijn sciencefictionklassieker The war of the worlds. De ‘grote intellecten’ waar het in dit boek over gaat, blijken bewoners van onze buurplaneet Mars te zijn – die in de daaropvolgende hoofdstukken een poging doen de aarde te veroveren.

Volgens de 78-jarige Amerikaanse natuurkundige James Benford moeten we echter ook rekening houden met de mogelijkheid dat we in de gaten worden gehouden door aliens die veel verder van ons vandaan wonen. Die zouden ons dan juist van vrij dichtbij kunnen bespieden: vanaf ruimterotsen die bij tijd en wijle niet veel verder weg staan dan de maan.

De beste parkeerplek

Het idee van Benford sluit aan bij een gedachte over intelligente beschavingen die al decennialang de ronde doet. Uitgangspunt daarbij is dat het nogal veel werk is om à la Star Trek met een enorm ruimteschip van planeet naar planeet te vliegen, om “vreemde nieuwe werelden te verkennen”. Dan kun je beter kleine robotsondes namens jouw beschaving het heelal in sturen. Als je er dan ook nog voor zorgt dat die sondes zichzelf kunnen repareren en zelfs reproduceren, kun je zo vanuit je luie stoel (of wat in jouw beschaving voor comfortabel meubelstuk doorgaat) het hele sterrenstelsel verkennen.

En wat als zo’n robotsonde dan een planeet heeft gevonden waar intelligent leven zou kunnen ontstaan? Dan settelt hij zich op een handige plek in de buurt en houdt hij de planeet in kwestie in de gaten. Jaren-, eeuwen- en misschien wel millennialang, totdat het leven op de planeet een bepaald niveau heeft bereikt. En dán komt hij in actie.

De vraag is waar zo’n sonde het beste zou kunnen parkeren. Volgens Benford zijn de zogenoemde co-orbital objects een heel interessante optie. Dat wil zeggen: objecten die in grofweg dezelfde tijd en op ongeveer dezelfde afstand rond de zon bewegen als de aarde. Die kunnen namelijk, zo schrijft Benford, eens per jaar dichter bij de aarde komen dan elk ander sterrenkundig object, op de maan na. En dat zou dan het ideale moment zijn om zoveel mogelijk metingen te doen, om te zien of het aardse leven al wat voorstelt.

De mensheid is er pas een paar keer in geslaagd om een onbemand ruimtescheepje op een asteroïde neer te zetten. Maar misschien zijn er wel ruimtescheepjes van buitenaardse makelij te vinden op sommige nabije ruimterotsen, suggereert de Amerikaanse natuurkundige James Benford. © AKIHIRO IKESHITA/JAXA

Slimme boodschap

Uiteraard is het niet genoeg om te suggereren dat zulke sondes er best weleens zouden kunnen zijn. Als je eenmaal het idee hebt dat je wordt begluurd, wil je ook weten waarvandaan en door wie. Daarom stelt Benford een aantal strategieën voor om dit soort buitenaardse spionnen op het spoor te komen.

De eerste ligt voor de hand: houd co-orbital objects in de gaten met telescopen. Wie weet zie je wel dat een sonde op het oppervlak van zo’n rots het zonlicht op een gekke manier weerkaatst. Optie twee klinkt ook logisch: kijk of je met aardse telescopen signalen op kunt vangen van deze objecten. Misschien onderscheppen we er eentje die bedoeld is voor hun thuisplaneet, of zijn ze wel helemaal niet zo stiekem aangelegd en proberen ze al tijden tevergeefs onze aandacht te trekken.

Bij de volgende zoekstrategieën gaat Benford een stap verder: daarbij proberen we actief de aandacht te trekken van eventuele sondes op co-orbital objects. Een bescheiden manier is om het hele oppervlak van nabije co-orbital objects af te tasten met radar. In principe om sondes te vinden, maar als daardoor in één moeite zo’n sonde wordt ‘wakker gemaakt’, is dat wat Benford betreft een mooie bijvangst. Als alternatief suggereert hij om gelijk een slim geconstrueerde boodschap te sturen – om zo’n sonde ervan te overtuigen dat we klaar zijn voor de volgende stap.

Waaruit moet zo’n ‘volgende stap’ dan bestaan? Misschien is een dergelijke sonde geprogrammeerd om een hele buitenaardse encyclopedie door te seinen, als we eenmaal hebben bewezen over voldoende technologische basiskennis te beschikken. In dat geval ligt de kennis die we nodig hebben om al onze huidige aardse problemen op te lossen misschien wel binnen handbereik.

Maar het zou natuurlijk ook kunnen dat zo’n sonde is bedoeld om eventuele bedreigingen op te sporen voor de beschaving die hem op pad stuurde. Een beschaving zoals de onze mag dan een tijdlang aanmodderen, maar als hij eenmaal slim genoeg is geworden om contact op te nemen met verstopte robotsondes, dan zullen de buitenaardse verkenners besluiten om er een punt achter te zetten.

Deze Far Out-aflevering staat ook in KIJK 12/2019.

Bronnen: ArXiv.org, XinhuaJames Benford

Beeld: NASA/JPL-CALTECH/UCLA

KIJK 12-2019Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!