Geboortegolf gaande in het heelal?

Naomi Vreeburg

26 mei 2021 15:00

geboortegolf

Tientallen dwergsterrenstelsels hebben tegelijkertijd te maken met een geboortegolf, zo zouden astronomen hebben ontdekt.

Je zou verwachten dat sterrenstelsels die meer dan een miljoen lichtjaar van elkaar zijn verwijderd, hun geboorteplanning niet op elkaar afstemmen. Maar de dwergstelsels die wetenschappers, onder leiding van sterrenkundige Charlotte Olsen (Rutgers University, VS), bestudeerden, lijken dit wel te doen. De beschuit met muisjes zijn al een tijdje niet aan te slepen.

Lees ook:

Geboortegolf

Olsen en haar team namen 36 dwergsterrenstelsels onder de loep, met behulp van onder meer de Hubble-ruimtetelescoop. Uit deze waarnemingen bleek dat er zo’n 6 miljard jaar geleden enigszins rust kwam in de kraamkamers van deze stelsels; er werden steeds minder nieuwe sterren geboren. Maar 3 miljard jaar geleden veranderde dit beeld. Meer en meer sterren zouden vanaf toen het licht hebben gezien.

Stervorming kan toenemen wanneer stelsels met elkaar in botsing komen of op een andere manier interactie met elkaar aangaan, en afnemen wanneer het gas waaruit sterren ontstaan (meestal waterstof) opraakt. In dit geval denken de astronomen dat een grootschalige verandering drie miljard jaar geleden voor een geboortegolf zorgde in vrijwel alle 36 onderzochte sterrenstelsels.

Om wat voor verandering het precies gaat, is nog niet bekend. Een van de geopperde mogelijkheden is een afname van energierijke straling in de omgeving. Gaswolken zouden daardoor afkoelen, waardoor ze eerder samenklonteren tot nieuwe sterren.

Moeilijk te bestuderen

“Een interessante vondst”, laat sterrenkunde Marcel van Daalen van de Universiteit Leiden weten. Hij noemt als andere mogelijke verklaring voor de geboortegolf een toename in de hoeveelheid gas van buitenaf. “Waardoor er dus plotseling meer gas beschikbaar is in de sterrenstelsels om sterren mee te vormen.”

Sterrenkundige Eline Tolstoy van de Rijksuniversiteit Groningen denkt dat de conclusies van de astronomen nog erg speculatief zijn, zo zegt ze tegen de Volkskrant. Dwergsterrenstelsels zijn namelijk moeilijk te bestuderen als ze honderdduizenden lichtjaar van ons afstaan, waardoor er volgens haar nog veel onzekerheden in de metingen van Olsen en haar team zitten.

Astronoom Filippo Fraternali, eveneens van de Rijksuniversiteit Groningen en niet betrokken bij het onderzoek, is het met Tolstoy eens: “Er zijn in de toekomst zeker meer studies nodig om dit resultaat te bevestigen. Twee nieuwe telescopen die heel belangrijk zouden zijn voor deze onderzoeken zijn ESO’s Extremely Large Telescope in Chili en de James Webb Telescope. JWST zal hopelijk later dit jaar (in oktober) gelanceerd worden.

Bronnen: The Astrophysical Journal, Science Daily, de Volkskrant

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!