Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Nederlandse astronomen hebben het grootste paar straalstromen bij een zwart gat ooit ontdekt. De ‘jumbojets’ zijn samen 140 Melkwegen lang.
Een internationaal team van sterrenkundigen, onder leiding van de Nederlandse Martijn Oei, heeft het grootste paar straalstromen bij een zwart gat ooit ontdekt. De ‘jumbojets’ zijn samen 140 Melkwegen lang, het vorige record stond op 100 Melkwegen. De studie is verschenen in Nature, en pronkt zelfs op de cover.
Lees ook:
- Een van de grootste superzware zwarte gaten presteert ‘ondermaats’
- Deze superzware zwarte gaten staan dichtbij
Griekse reus
“Het zwarte gat in het centrum van een sterrenstelsel verslindt sterren, stof en gas, maar het slikt niet alles”, legt Oei uit. Hij is postdoc aan het California Institute of Technology in de Verenigde Staten en gepromoveerd aan de Universiteit Leiden. “Een klein deel van het materiaal dat in de buurt komt, wordt naar boven en onder geschoten in de vorm van jets.”
De nieuw ontdekte jets zijn dus de grootste ooit. Ze moeten zijn weggeschoten bij een superzwaar zwart gat in het centrum van een sterrenstelsel toen het heelal zo’n 6,3 miljard jaar oud was. De onderzoekers gaven de megastructuur de naam Porphyrion, naar een reus uit de Griekse mythologie.
Mede-onderzoeker Martin Hardcastle is expert op het gebied van straalstomen die worden opgewekt door zwarte gaten, maar hij kan moeilijk verklaren hoe Porphyrion zo groot kan zijn: “Er moet een ongewoon lange periode van miljarden jaren zijn geweest waarin het zwarte gat ongehinderd materiaal kon verslinden en wegschieten.”
8000 jets
De sterrenkundigen ontdekten de gigantische jets toen ze radiobeelden analyseerden van LOFAR, een enorme radiotelescoop met antennes door heel Europa en waarvan het hart in Nederland staat. “We waren verrast door het bestaan van Porphyrion”, zegt Oei. “De natuurkunde suggereert dat jets snel destabiliseren.” Het is dus bijzonder om zo’n grote straalstroom te vinden.
Porphyrion was overigens niet de enige jet die het team ontdekte. De zoektocht leverde meer dan 8000 nieuwe megastructuren op. Enorm veel, maar de onderzoekers denken toch dat dit pas het topje van de ijsberg is. De LOFAR-beelden dekken namelijk slechts zo’n 15 procent van de hemel. Bovendien zijn verre jets moeilijk waar te nemen.
Belangrijke vragen
Twee jaar geleden publiceerden Oei en collega’s al over Alcyoneus. Die was toen, met 100 Melkwegen lang, de grootste.De nieuwe megastructuur is niet alleen veel groter dan Alcyoneus, maar ook verder weg. Dat betekent dat het heelal in de tijd van Porphyrion (ongeveer 7,4 miljard jaar geleden) nog een stuk kleiner was, waardoor alles dichter bij elkaar lag. Volgens de onderzoekers heeft Porphyrion daarom waarschijnlijk veel invloed uitgeoefend op zijn omgeving.
Als volgende stap wil Oei juist die wisselwerking tussen megastructuren en hun omgeving beter begrijpen. De jets verspreiden kosmische straling, hitte, zware atomen en magnetische velden in de ruimte tussen sterrenstelsels. “Vooral dat magnetisme vind ik interessant”, zegt Oei. “We weten dat magnetisme zich via het kosmische web een weg baant naar sterrenstelsels en sterren, en uiteindelijk naar planeten – en dat het belangrijk is voor leven op aarde. Maar waar begint het magnetisme precies? Liggen de jets aan de basis? Dat wil ik graag onderzoeken.”
Bronnen: Nature, persbericht NOVA