Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Tegenwoordig groeien sterrenstelsels best langzaam. Nieuw onderzoek toont aan dat dat vroeger wel anders was.
Sterrenstelsels kunnen net als mensen een groeispurt doormaken. In zo’n starburststelsel worden veel meer sterren gevormd dan normaal. Hier is natuurlijk veel bouwmateriaal voor nodig. Daarom kunnen starbursts alleen ontstaan als ze plotseling extra gas ontvangen, afkomstig van bijvoorbeeld een tweede sterrenstelsel in de buurt. Op deze manier kan een sterrenstelsel zelfs meerdere keren een groeispurt meemaken. Tegenwoordig zie je starburststelsels niet veel, maar onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen laten zien dat ze vroeger veel vaker voorkwamen. Dat schrijven ze in het blad The Astrophysical Journal.
Lees ook:
- James Webb-telescoop richt zijn blik op oneindig
- Dit jonge sterrenstelsel gedraagt zich erg volwassen
Ultraviolet
Voor dit resultaat was flink wat getuur nodig waarbij drie verschillende telescopen aan te pas kwamen: de Hubble-ruimtetelescoop, de Very Large Telescope in Chili en de Spitzer Space Telescope. Hiermee kunnen sterrenkundigen als het ware terug in de tijd kijken. Sommige sterrenstelsels staan namelijk zo ver weg dat hun licht miljarden jaren nodig heeft om ons te bereiken. Als je weet hoe ver weg de stelsels staan, weet je daardoor ook gelijk hoe oud hun licht is. De stelsels die in dit onderzoek onder de loep zijn genomen, staan zo ver weg dat astronomen 11 tot 13 miljard jaar terug in de tijd kijken. Verder kan haast niet, want het universum is 13,7 miljard jaar oud.
Het onderzoeksteam heeft op deze manier meer dan 20.000 verre sterrenstelsels bestudeerd. Hierbij letten ze vooral op hoeveel ultraviolette straling er van de stelsels af kwam. Dit geeft namelijk aan hoeveel sterren er gevormd worden.
Het viel de onderzoekers op dat er in sommige stelsels wel heel veel sterren in korte tijd ontstonden. Dit waren starburststelsels. Ze zagen dat starbursts 11 miljard jaar geleden veel vaker voorkwamen: 20 tot 40 procent van alle stelsels die het team bekeek, onderging een groeispurt. Samen zorgden deze stelsels voor 60 tot 90 procent van de totale sterproductie in het vroege universum.
James Webb
Voorheen werd altijd gedacht dat starbursts niet zo belangrijk waren. Tegenwoordig maakt slechts 1 procent van alle sterrenstelsels een groeispurt mee. Het is nog niet bekend waarom dit miljarden jaren geleden anders was. Ook interessant is dat vooral de kleinere stelsels vroeger aan het groeien waren. Deze sterrenstelsels zijn dan nog erg jong, en maken dus voor het eerst een groeispurt mee. Het lijkt er dus op dat starburststelsels vroeger erg belangrijk waren voor niet alleen het vormen van sterren, maar ook het maken van sterrenstelsels.
Opvallend is dat niemand dit resultaat zag aankomen. Sterrenkundigen hebben tegenwoordig zeer verfijnde modellen die precies kunnen voorspellen hoe sterrenstelsels zich vormen. Maar deze modellen zeggen niets over starbursts. Het team denkt dat dat komt doordat de processen die groeispurten veroorzaken zich op een heel kleine schaal afspelen. Hierdoor zijn ze over het hoofd gezien. De modellen zijn dus niet volledig en moeten daarom worden bijgesteld. Hier kan de James Webb Space Telescope mee helpen. Die gaat namelijk binnenkort zijn spiegels op verre sterrenstelsels richten.
Beeld: NASA/ESA