Sterrenkundigen zijn erachter gekomen waarom de meteorenzwerm Phoeniciden al zeker 60 jaar zo goed als van de radar is verdwenen.
Op 5 december 1956 werd het Zuidelijk halfrond getrakteerd op een vuurwerkshow van vallende sterren: de Phoeniciden. Maar terwijl andere meteorenstormen ons jaarlijks komen trakteren op een nieuwe show, lijken de Phoeniciden met slechts een schamele 3 meteoren per uur geen schim meer van wat ze geweest waren. Een onderzoeksteam van het Japanse Graduate University of Advanced Studies denkt nu te weten wat er is gebeurd.
Komeet opgebrand
Het antwoord ligt bij de komeet 289P/Blanpain. Deze bal ijs met gasstaart werd door Jean-Jacques Blanpain ontdekt in 1819, maar verdween daarna van de radar. In 2003 werd van de nieuw ontdekte asteroïde 2003 WY25 berekend dat hij dezelfde baan volgde als Blanpain. Toeval? Nee, een analyse toonde aan dat de asteroïde een overblijfsel was van de komeet. Blanpain bleek te zijn opgebrand; ontdaan van zijn mooie gasstaart.
De Japanners vermoedden dat de meteorenshow van 1956 nog moet zijn veroorzaakt door de komeet. (Meteoren zijn bijna altijd afkomstig van het gruis achtergelaten door een komeet.) Maar na 1956 is het daarna bergafwaarts gegaan met de ijsbal. Om hun hypothese te testen, besloten de onderzoekers de Phoeniciden eens goed te analyseren.
Ze berekenden een paar jaar terug aan de hand van meteoordata van de afgelopen twee eeuwen waar en wanneer de ‘storm’ weer te zien zou zijn. Dat was op 1 december 2014. Vanuit zowel North Carolina (VS) als op het Canarische eiland La Palma richtten ze de kijkers op de nachtelijke hemel. Bekijk hier het filmpje om te zien wat de sterrenkundigen zagen:
Laatste show
De berekeningen klopten. In de nacht vielen 138 meteoren te bespeuren, waarvan er 29 geïdentificeerd konden worden als Phoeniciden. Dat is dus een stuk minder dan de 300 die op het hoogtepunt in 1956 waren te zien. Het onderzoeksteam denkt nu dat dat 1956 het laatste jaar was dat Blanpain nog een komeet was. De jaren daarop veranderde hij in een asteroïde en zo’n stuk ruimterots is niet of nauwelijks in staat tot het produceren van een meteorenstorm bij het naderen van de aarde.
“De onderzoekers hebben goed aangetoond dat de twee gebeurtenissen (in 1956 en 2014) door dezelfde komeet/asteroïde zijn veroorzaakt”, mailt sterrenkundige Carsten Dominik (Universiteit van Amsterdam). “Er zijn een klein aantal asteroïden waarvan wordt vermoed dat het eerder kometen zijn geweest en deze studie laat voor het eerst zien hoe zo’n transformatie gebeurt en hoe lang dit proces duurt.”
De storm in 1956 was definitief laatste show van Blanpain. Gelukkig zijn er nog veel andere kometen waarvan de meteoren nog jaarlijks te bewonderen zijn.
Bronnen: Publications of the Astronomical Society of Japan, Science Alert
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer (geen verzendkosten). Abonnee worden? Dat kan hier!