Hoe snel kan de mensheid zich verspreiden?

Jean-Paul Keulen

24 september 2021 09:00

mensheid

Voordat een megaramp de aarde onleefbaar maakt, moet de mensheid zich over meerdere planeten verspreiden. Nu is berekend hoe snel dat te realiseren valt.

Met een pandemie die nog steeds over de wereld raast en het nieuwste, nog pessimistischere klimaatrapport van het IPCC in het achterhoofd is het niet vreemd als je bent gaan twijfelen over de toekomst van de mens op aarde. Hoelang kunnen we hier nog rondwandelen voordat een of andere ramp ons de das om doet?

De oplossing, volgens grote namen als Stephen Hawking en Elon Musk: onze soort verspreiden over meerdere planeten. Te beginnen met Mars, maar hopelijk komen daarna ook verdere bestemmingen binnen bereik – liefst zelfs buiten ons eigen zonnestelsel. Want hoe groter het gebied waarover de mensheid is verdeeld, hoe kleiner de kans dat één megaramp onze hele soort de kop kost. Alleen: hoelang gaat het minimaal duren voor we zover zijn? Dat hebben Jonathan Jiang en Kristen Fahy van het NASA-lab JPL in Californië en de gepensioneerde ingenieur Philip Rosen proberen uit te rekenen.

Lees ook:

De informatiefactor

Nu zijn er natuurlijk talloze factoren die samen bepalen wanneer we in staat zijn een ruimteschip te lanceren dat mensen naar Mars, een maan van Saturnus of zelfs een planeet rond een andere ster kan brengen. Maar omdat je toch érgens moet beginnen, kiezen Jiang, Rosen en Fahy voor computerkracht als dé cruciale factor. Ze zien de afgelopen decennia namelijk duidelijke parallellen tussen hoeveel transistors er op een bepaald moment op een chip pasten – een gebruikelijke manier om computerkracht te meten (zie KIJK 8/2019) – en wat de mens in de ruimte voor elkaar wist te krijgen. Logisch ook, vervolgen ze: des te geavanceerder een ruimtemissie, des te groter de hoeveelheid informatie die je moet verzamelen en verwerken, en des te harder je computer dan moet kunnen werken.

Verder, zo redeneren Jiang en consorten, moet je voor dit soort voorspellingen kijken naar de periode tussen het moment waarop je voor het eerst een ruimtevaartuig langs een bepaald hemellichaam kunt laten vliegen en het moment waarop daadwerkelijk astronauten naar dezelfde bestemming vertrekken. Probleem is alleen: dat traject hebben we maar één keer weten te volbrengen. In 1959 vloog de Sovjet-sonde Loena 1 langs de maan, en in 1969 landden de Amerikanen Neil Armstrong en Buzz Aldrin erop. Dat is wel erg weinig informatie om mee aan de slag te gaan als je op basis van het verleden de toekomst probeert door te rekenen.

Gelukkig hebben de onderzoekers nóg een dataset – soort van. Ze brengen namelijk in herinnering dat in 1964 de Mariner 4 als eerste ruimtescheepje langs Mars vloog en dat we naar verwachting rond 2038 op die planeet zullen landen.

Oplopend tempo

Stel nu dat je op grond van die twee ruimteprojecten en de aanname van een alsmaar toenemende computerkracht formules opstelt. Wat voor toekomst spiegelen die ons dan voor? Rond 2065 zouden we een bemenste missie naar een asteroïde lanceren en tien jaar daarna kunnen we richting de manen van Jupiter vertrekken. Rond 2085 komt Titan als bestemming in beeld, de grootste maan van Saturnus. Of misschien kiezen we wel voor diens kleine broertje Enceladus, die vloeibaar water onder zijn oppervlak lijkt te hebben.

Daarna moeten we de stap gaan zetten van bestemmingen binnen ons zonnestelsel naar planeten die een baan rond andere sterren beschrijven. De dichtstbijzijnde kandidaat is dan de ster Proxima Centauri, op een dikke 4 lichtjaar (40 biljoen kilometer) afstand. Een missie daar naartoe zou pas halverwege de 23ste eeuw kunnen vertrekken, becijferen Jiang en zijn coauteurs. Maar daarna gaat het een stuk sneller: een ster die drie keer zo ver weg ligt, komt twee à drie decennia later al binnen bereik. En aan het einde van de 24ste eeuw gaan we écht lange trips door ons sterrenstelsel maken.

Dat wil zeggen: als we het model van Jiang, Rosen en Fahy mogen geloven. Ten eerste is het zoals gezegd gebaseerd op maar twee ‘ruimtetrajecten’ van onbemenste scheervlucht naar menselijke landing – waarbij we maar af moeten wachten of die voorziene Marslanding echt rond 2038 plaats gaat vinden. Ten tweede trekken de onderzoekers de bekende Wet van Moore – het aantal transistors op een chip verdubbelt elke twee jaar – door naar de toekomst. Ja, ze onderkennen dat die ‘wet’ over een tijdje niet meer op zal gaan, maar ze nemen aan dat nieuwe technologie het stokje wel over zal nemen, zodat de beschikbare hoeveelheid rekenkracht met hetzelfde tempo blijft stijgen.

Geen garantie

Nu claimen de onderzoekers ook niet te hebben uitgerekend hoe onze ruimtevaarttoekomst precies zal gaan verlopen. “Het is een eerste schatting met maar één parameter die de resultaten beïnvloedt”, mailen Jiang en Rosen. “Daarom moet je de resultaten als benaderingen opvatten.” Benaderingen die ze binnenkort hopen te verbeteren door meer factoren in hun berekening op te nemen, zoals de mate van internationale samenwerking of politieke prioriteiten. “Het zijn ook geen harde voorspellingen over wanneer de lancering van een bepaalde ruimtemissie zál plaatsvinden, maar van wanneer dat op zijn vroegst zou kúnnen”, benadrukken de twee wetenschappers verder.

En stel nou dat het ons inderdaad lukt om andere planeten te koloniseren voordat een of andere ramp ons hier over de kling jaagt – zijn we dan voortaan wél veilig? Nee, stelt de Amerikaanse natuurkundige en sciencefictionschrijver David Brin in een reactie op het artikel. “Van de mens een multiplanetaire soort maken is wenselijk, maar geeft geen garantie op overleven. Er zijn ongetwijfeld manieren om de mensheid te vernietigen die makkelijk te kopiëren zijn, en die je vervolgens op meer dan één doelwit los kunt laten.” Tegen menselijke bloeddorst blijft geen kruid gewassen, ook niet als we ons met veel moeite over de hele Melkweg hebben verspreid om onze soort veilig te stellen.

Deze Far Out staat ook in KIJK 10/2021

Bron: Galaxies

Beeld: iStock/GettyImages

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!