Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
De NASA heeft deze week de centrale raket van het reusachtige Space Launch System onthuld.
Sinds het pensioen van de spaceshuttle in 2011 is Amerika afhankelijk van Rusland voor bemande ruimtemissies. Daar moet het Space Launch System (SLS) verandering in brengen. Onlangs toonde de NASA het centrale deel – inclusief de vier reusachtige RS-25-motoren – van het gevaarte en vervoerde het per boot van New Orleans naar de staat Mississippi.
In Mississippi wordt de centrale raket onderwerpen aan de Green Run Test. Hierbij doorlopen NASA-ingenieurs alle belangrijke stappen die plaatsvinden tijdens de lancering, behalve ook daadwerkelijk de lucht in gaan. Zo vullen ze de raket met brandstof en ontsteken ze de vier motoren.
Martinitoren
Het SLS is groter, sterker, maar vooral flexibeler dan zijn voorgangers, zo belooft de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie. De eerste versie (Block 1) is met 98 meter ongeveer even hoog als de Martinitoren in Groningen. Deze lanceerder moest zijn debuut maken in 2017, maar nu zal dit naar alle waarschijnlijkheid niet eerder dan 2021 gebeuren. Zijn doel: een onbemande Orion-capsule naar de maan brengen.
Versie 2 (Block 1B) moet – als alles nu wél volgens plan verloopt – een jaar later richting de maan vertrekken, maar dan met vier astronauten aan boord. Daarna wordt SLS doorontwikkeld tot de grootste en sterkste raket die ooit werd gebouwd. In de meest extreme configuratie (Block 2) kan het nieuwe werkpaard van de NASA 130.000 kilo naar de ruimte tillen.
Peperduur
Aan al die brute kracht hangt overigens wel een prijskaartje. Naar verwachting kost het Space Launch System per lancering ongeveer 1 miljard dollar. De raket zal dan ook slechts één, hooguit twee keer per jaar het lanceerplatform verlaten.
Bronnen: Heavy metal in space (Sander Koenen; KIJK 11/2017), New Atlas