Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
De timing had niet beter gekund: de observatiesatelliet van de ESA zat op de eerste rij toen de explosie op het oppervlak van de zon plaatsvond.
We kennen de zon als een gemoedelijke kosmische buurman die ons van licht en warmte voorziet. Maar uitbarstingen op deze ster kunnen voor aardig wat problemen op de aarde zorgen. Zo is een zonnevlam in staat om gps- en communicatiesignalen te verstoren. De explosie die ESA’s Solar Orbiter onlangs fotografeerde vond niet in de richting van de aarde plaats. En dat is maar goed ook, want hij strekte zich ruim 3 miljoen kilometer uit.
Lees ook:
Zonnestorm versus zonnevlam
Een zonnestorm (of zonnewind) is een stroom van elektrisch geladen deeltjes die van het oppervlak van de zon is ontsnapt. Die deeltjes zijn staat onze gps-systemen en communicatiemiddelen te verstoren, en kunnen een uitval veroorzaken van alles waar een stekker in zit. Een voorbeeld daarvan was de zonnestorm in 1859, het Carrington Event. Deze storm was zo krachtig dat toen hij op het magnetische veld rondom de aarde insloeg, de telegraaflijnen onder stroom kwamen te staan en telegrafisten werden geëlektrocuteerd.
Een zonnevlam is een energierijke explosie aan het oppervlak van de zon. Zo’n krachtige uitbarsting gaat vaak gepaard met een zogeheten coronale massa-ejectie (CME). Dat is een grote uitstoot van geladen deeltjes (plasma) en magnetische velden door de corona (het buitenste deel van de zonneatmosfeer).
Protuberans
Onze zon volgt een grofweg elfjarige cyclus met zonnemaxima en zonneminima. Tijdens zo’n minimum is de ster relatief rustig en produceert hij weinig zonnestormen en zonnevlekken (relatief koelere plekken op de zon). Maar gedurende een maximum is de zon erg actief en vinden er veel meer zonnevlammen plaats. Het laatste zonnemaximum was in 2014: sindsdien neemt zijn activiteit af.
Toch kan onze ster nog steeds voor verrassingen zorgen, bewijst de enorme zonnevlam van 15 februari die Solo Orbiter prachtig vast wist te leggen met zijn Full Sun Imager. Eigenlijk zie je op de foto niet de zonnevlam zelf, maar de zogeheten protuberans: een lange, grillig gevormde materiebrug in de atmosfeer van de zon. Vaak zijn protuberansen (Latijn voor ‘uitpuiling’) het gevolg van zonnevlammen.
De gekiekte protuberans bevond zich aan de andere kant van de zon en vormde dus geen gevaar voor de aarde. Als hij wel in onze richting had gestaan, had de sliert materie een ravage kunnen aanrichten in satellieten, communicatie- en navigatiesystemen, en zelfs in het elektriciteitsnet op aarde. Wel pikten andere ruimtesondes signalen van de zonne-uitbarsting op: de stralingsmonitor van BepiColombo mat elektronen, protonen en zware ionen. En zonne-observeerder SOHO ving vanuit Lagrangepunt L1 eveneens het kosmische geweld op.
Beeld: ESA