Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Door metingen met verschillende telescopen te combineren, hebben internationale sterrenkundigen in onze Melkweg een sliert sterren van oeroud bouwmateriaal ontdekt.
Sterrenkundige Else Starkenburg van de Rijksuniversiteit Groningen heeft samen met internationale collega’s een sliert sterren in onze Melkweg ontdekt dat bestaat uit ouder bouwmateriaal dan geldende theorieën voor mogelijk hielden. Dat blijkt uit het lage ‘metaalgehalte’ van de stroom sterren – sterrenkundetaal voor alle elementen zwaarder dan waterstof of helium, die pas na de Oerknal ontstonden.
Lees ook:
- Reuzenplaneet bij dubbelster b Centauri gespot
- ‘Sterrenstelsel zonder greintje donkere materie gespot’
Dateren
We zijn letterlijk sterrenstof. Mensen bestaan voor een belangrijk deel uit atomen die in sterren ontstonden en zich daarna door het heelal verspreidden. Onze zon bestaat bijvoorbeeld voor bijna twee procent uit zulke ‘metalen’, vertelt sterrenkundige Starkenburg. En dat verraadt dat de ster zo’n negen miljard jaar na de Oerknal ontstond: “Alle nieuwe elementen die een ster zelf produceert, zitten aan de binnenkant. Als je dus kijkt naar de elementen in de buitenmantel van een ster, kun je het originele materiaal dateren.”
Sterrensliert
Toen de onderzoekers op zoek gingen naar sterren van ouder, puurder bouwmateriaal ontdekten ze een langgerekte sliert die ze C-19 noemden. De sterren in deze sliert zijn volgens de Groningse onderzoekster het restant van een bolvormige sterhoop. Dat is een cluster van honderden tot duizenden dicht opeengepakte sterren die ooit zijn ontstaan uit dezelfde gaswolk.
In de loop der tijd is de originele sterhoop uiteen getrokken tot een lange sliert. Secuur speurwerk toonde aan dat de sterren samen zijn ontstaan in een compact kluitje: “We vergeleken metingen met verschillende telescopen en daaruit bleek dat deze sterren niet alleen in dezelfde baan om de Melkweg draaien, maar ook dat ze allemaal hetzelfde verrassend lage ijzergehalte hebben.”
Metaalarm
Uit het onderzoek van Starkenburgs team blijkt dat de sterren in C-19 wel 2500 keer minder metaal bevatten dan de zon. En dat is opmerkelijk, legt de Groningse sterrenkundige uit. Normaal gesproken zijn sterren in bolhopen vrij metaalrijk: laat ontstaan dus, uit materiaal dat al een paar keer gerecycled is.
De theorie was dat bolhopen pas kunnen ontstaan na een paar generaties van andere sterren, of dat oude bolhopen door de zwaartekracht van de Melkweg uiteen worden getrokken tot ze niet meer als groep herkenbaar zijn. “Onze vondst laat zien dat er wel degelijk oudere bolhopen zijn die overleven tot in het heden. Daarmee leren we iets nieuws over hoe groepen sterren ontstonden in het vroege heelal.”
Fossielen
Metaalarme sterren zijn levende fossielen van een eerdere fase in ons heelal, en daarom razend interessant voor sterrenkundigen. “Door metaalarme sterren te bestuderen, leren we veel over hoe de Melkweg en de elementen daarin in de loop der tijd zijn veranderd”, denkt Starkenburg.
De cluster is volgens de onderzoekers waarschijnlijk onze Melkweg binnengekomen als deel van een kleiner sterrenstelsel. Op de plaats waar de sliert nu ronddraait, worden namelijk geen nieuwe sterren gevormd. “Het is dus aannemelijk dat ze ergens anders gevormd zijn en later onderdeel van de Melkweg werden”, zegt Starkenburg. “Maar waar, dat weten we nog niet precies. Er is nog veel om uit te zoeken en te leren.”
Beeld bovenaan: Bolvormige sterrenhoop M92 © Sloan Digital Sky Survey/CC BY 4.0