Toengoeska: het Russische Roswell

André Kesseler

02 juli 2010 13:00

Als ergens iets onverklaarbaars of geheimzinnigs gebeurt, zijn er altijd mensen die roepen dat het om een samenzwering gaat. Hoe ontstaan die verhalen en wat is ervan waar? Deze maand: het mysterie van de meteoriet zonder inslagkrater in de Russische taiga.

Het is 30 juni 1908, kwart over zeven en Semjon Semjonov, een boer in Siberië, maakt zich klaar voor het ontbijt. “Ik keek naar het noorden en zag opeens dat de hemel boven de weg in tweeën spleet”, vertelt hij later over die ochtend. “Er verscheen een vuurbal boven het bos, het gat in de lucht werd groter en de hele noordkant stond in brand. Tegelijkertijd werd het zo heet, dat ik het bijna niet verdragen kon. Ik wilde mijn kleren van mijn lichaam rukken, maar opeens sloot zich de hemel zich weer. Er klonk er een harde klap en ik werd een paar meter achteruit geworpen. Ik was even bewusteloos, maar toen kwam mijn vrouw naar buiten rennen en nam me mee naar binnen. Daarna kwam het geluid als vallende rotsen of het afvuren van kanonnen en de aarde schudde.”

Wat Semjonov beschrijft, gaat de geschiedenis in als de Toengoeskaexplosie of de Grote Siberische Explosie. Ze veroorzaakt schokgolven die op honderden kilometer afstand nog ramen aan diggelen slaan en door seimische apparatuur over de hele wereld worden opgevangen. Het observatorium van het Amerikaanse Smithsonian heeft nog maandenlang last van de verhoogde hoeveelheid stof in de atmosfeer. De stofdeeltjes weerkaatsen het zonlicht naar de aarde, zodat het ’s nachts in heel Europa zo licht blijft dat je gemakkelijk de krant kunt lezen.

Omdat de raadselachtige gebeurtenissen zich in 1908 en ver van de beschaving afspeelden, duurt het vrij lang voordat iemand aanbiedt om te onderzoeken wat er zich daar in de buurt van de Toengoeskarivier precies heeft voorgedaan. In 1921 is mineraloog Leonid Koelik in het gebied voor een ander onderzoek in opdracht van de Russische Academie van Wetenschappen. Op basis van getuigenverklaringen, waaronder die van boer Semjonov, concludeert Koelik dat er waarschijnlijk een meteoriet is neergekomen. Terug in Moskou weet hij de Russische overheid ervan te overtuigen om geld vrij te maken voor een expeditie. Een meteoriet zou namelijk van onschatbare waarde kunnen zijn voor de Russische wetenschap en industrie.

In 1927 is het dan zover. Na een lange, zware tocht is het team van twintig man ter plaatse. Vanaf de Shakramaberg overziet Koelik een zwartgeblakerd landschap van grofweg 70 bij 55 kilometer waarin meer dan 30 miljoen bomen vanuit een epicentrum naar buiten zijn gedrukt. In het drassige terrein zoeken de mannen naar de inslagkrater, maar eenmaal op de plek aangekomen, doen ze een bizarre ontdekking. Uitgerekend daar waar de meteoriet een enorm gat in de aarde zou moeten hebben geslagen, staan tientallen boomstammen nog star overeind. Half verkoold en zonder takken, maar toch…

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 8/2010, in de winkel van 2 t/m 29 juli.

Sites:

Beeld: Leonid Koelik