Vijf beroemde mud-movers

KIJK-redactie

09 oktober 2016 11:00

Mud-movers, vliegtuigen die grondtroepen helpen, waren en zijn er in allerlei vormen en maten. Een rijtje van vijf beroemde toestellen.

Het vanuit de lucht ondersteunen van grondtroepen wordt door Amerikanen ook wel enigszins sarcastisch het ‘verplaatsen van modder’ genoemd. Desondanks is het een belangrijke klus, waardoor naast de A-10 tal van andere vliegtuigen zijn ontwikkeld. Hier enkele voorbeelden.

Junkers J.I

Het eerste vliegtuig dat helemaal van metaal was gemaakt. (Zie foto hierboven.) Had net als de A-10 een gepantserde ‘badkuip’ om de bemanning te beschermen. Werd door het Duitse leger tijdens WO I meestal in nauwe samenwerking met de infanterie ingezet.

Actief: 1917 tot 1918

Iljoesjin Il-2

 mud-moversSjtoermovik is de algemene Russische benaming voor vliegtuigen die gronddoelen moeten bestoken en als zodanig ging dit gevreesde toestel de geschiedenis in. Met 36.000 exemplaren het meest geproduceerde gevechtsvliegtuig ooit.

Actief: 1941 tot 1954

Hawker Typhoon

hawkerStelde teleur als opvolger van de Hawker Hurricane, de befaamde jager uit de Battle of Britain, maar uitgerust met bommen en raketten bleek hij een uitstekend aanvalsvliegtuig. Speelde een belangrijke rol in Normandië.

Actief: 1942 tot 1945

Douglas A-1 Skyraider

lijstje_04_douglas-a-1-skyraiderWas net te laat klaar om nog aan WO II mee te doen, maar werd door de Amerikaanse marine ingezet in Korea en Vietnam. Kon dankzij vijftien ophangpunten onder romp en vleugels 3600 kilo aan wapentuig meenemen.

Actief: 1946 tot 1972

Soechoj Soe-25

lijstje_05_sukhoi-su-25-frogfoot_pIn feite de Sovjet-tegenhanger van de A-10. De Russische luchtmacht heeft hem in Afghanistan, Tsjetsjenië en Georgië gebruikt en doet dat sinds vorig jaar in Syrië. Ook bij nogal wat Afrikaanse landen in dienst.

Actief: 1981 tot heden.

Dit is een kader uit het artikel ‘A-10: ongewenst onmisbaar’, te vinden in KIJK 11/2016. Dit nummer ligt in de winkel vanaf 20 oktober tot en met 16 november.

Meer informatie:

Tekst: Leo Polak