De futuristische Toepolev Toe-144 moest het Sovjet-antwoord worden op de Concorde. Tot hij onder verdachte en nooit opgehelderde omstandigheden neerstortte op het Parijse vliegveld Le Bourget.
De heftige beelden van de crash met de Concorde op de Parijse luchthaven Charles de Gaulle, op 25 juli 2000, zijn nog steeds op internet te vinden. Het toestel reed bij het opstijgen over een strook titanium die kort daarvoor van een DC-10 was gevallen en kreeg een klapband. Een stuk van die band sloeg een gat in een van de brandstoftanks en vervolgens probeerde de bemanning met een brandende motor een ander Parijs vliegveld, Le Bourget, te bereiken. Maar de schade was te groot en het toestel stortte neer met 109 mensen aan boord.
Supersonic transport
Noem het een wrede speling van het lot, noem het toeval, maar Le Bourget was op 3 juni 1973 ook al het toneel van een ongeval met een supersonisch verkeersvliegtuig. Daarbij ging het bizar genoeg om een Russische versie van de Concorde, de Toepolev Toe-144. Maar de oorzaken van die crash zijn veel minder helder…
Russische spionnen slaagden erin het Concorde-project te infiltreren
De ontwikkeling van het eerste supersonische passagierstoestel (supersonic transport of SST) was in de jaren zestig een prestigekwestie. Een West-Europees gelegenheidsduo, bestaande uit de British Aerospace Corporation en het Franse Aérospatiale, lag met de Concorde op kop. Achter het IJzeren Gordijn werd al sinds 1955 voorzichtig aan een SST gewerkt, maar de ontwikkeling kreeg een flinke duw in de rug toen in juli 1963 in Moskou werd besloten dat de Sovjet-Unie een eigen variant zou bouwen. Niet zozeer vanwege de Concorde, maar omdat president John F. Kennedy in Washington een oproep aan de Senaat had gedaan om geld voor de ontwikkeling van een Amerikaanse SST vrij te maken. De Russen hadden haast, want hun toestel moest en zou als eerste het luchtruim kiezen om hun technologische superioriteit er bij het Westen nog eens te in te wrijven. Vliegtuigbouwer Toepolev kreeg opdracht de SST te ontwikkelen.
Volgens luchtvaartdeskundigen lagen de Russen op dat moment een jaar of drie achter op de Concorde. (Een achterstand die voor een deel was veroorzaakt doordat de in 1953 overleden dictator Jozef Stalin vond dat computers als niet-marxistische technologie moesten worden beschouwd.) Omdat geld geen rol speelde, werden er duizend ingenieurs ingezet en begonnen honderden Russische studenten in het buitenland openbare bronnen door te spitten om informatie over de Concorde te vinden.
En ten minste twee Russische spionnen slaagden erin het Concorde-project te infiltreren. Al die inspanningen waren niet voor niets. Op 5 juni 1969 ging de Toe-144 als eerste passagiersvliegtuig ter wereld door de geluidsbarrière. De Concorde volgde pas op 1 oktober van dat jaar en was dus met bijna vier maanden verschil verslagen.
Dit is het begin van het artikel ‘De crash van de Konkordski’ te vinden in de Complot-special van KIJK. Deze bijzondere uitgave ligt nu in de winkel, maar is ook hier te bestellen. Abonnees hebben een kortingscode ontvangen.