Doordat we steeds meer op internet doen, groeit het aantal datacenters in rap tempo. Onder andere het koelen van deze ‘fabrieken van het digitale tijdperk’ kost veel energie. Maar daar worden oplossingen voor bedacht.
Zeewatertunnel
Google’s datacenter in Hamina, aan de Finse Golf, maakt gebruik van zeewater om zijn servers te koelen. Het datacenter is gevestigd in een oude papierfabriek. Er wordt gebruikgemaakt van een bestaande tunnel om zeewater naar de servers te transporteren.
Datacenter onder water
Microsoft gaat een stapje verder. Voor de kust van de Schotse Orkney-eilanden liet de digitale grootmacht een container met 864 servers in de Noordzee zakken. Op die manier blijven de servers op natuurlijke wijze koel. Het onderzeese datacenter dient als testcase; de resultaten stromen op dit moment binnen.
Servers in olie
De Nederlandse start-up Asperitas dompelt servers onder in een minerale olie. Deze olie vangt de warmte van de servers op, waarna die via een warmtewisselaar naar een aangrenzend waterreservoir gaat. Het water bereikt hierdoor temperaturen van 50 graden en kan worden ingezet om huizen of kantoren te verwarmen.
Dit is een kader uit het artikel ‘Digitale vraatzucht. Hoe datacenters het hoofd koel houden’, te vinden in KIJK 6-2019. Deze editie ligt in de winkel vanaf 16 mei tot en met 19 juni.
Meer informatie:
Tekst: Hidde Middelweerd
Beeld: iStock/Getty Images