Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Nederland heeft een wereldprimeur te pakken. Een passagiersvliegtuig voerde een vlucht deels op duurzaam geproduceerde synthetische kerosine uit.
Haal koolstofdioxide uit de lucht, maak waterstof met behulp van groene stroom, gooi de twee bij elkaar en je hebt een schone brandstof. Klinkt lekker simpel, en in het laboratorium lukt het al. Als deze veelbelovende technologie eenmaal op grote schaal kan worden toegepast, zullen vliegtuigen en schepen ons (en de spullen die we nodig hebben) volledig klimaatneutraal vervoeren.
Er zal alleen nog heel wat moeten gebeuren voordat deze brandstof op grote schaal beschikbaar komt. Toch is er onlangs een belangrijke stap gezet. De KLM heeft namelijk de eerste passagiersvlucht uitgevoerd waarbij het toestel deels vloog op synthetische kerosine.
Lees ook:
Synthetische kerosine
Dat werd vandaag bekendgemaakt tijdens een internationale conferentie over duurzame synthetische luchtvaartbrandstoffen in Den Haag. Naast minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) namen ook Europese politici, beleidsmakers, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, van de (luchtvaart)industrie en maatschappelijke organisaties deel aan het congres.
De commerciële vlucht vond eind vorige maand plaats toen het toestel van Schiphol naar Madrid vloog. De normale brandstof was bijgemengd met 500 liter synthetische kerosine in het onderzoekscentrum van Shell in Amsterdam. Shell had de duurzame vliegbrandstof geproduceerd op basis van CO2, water en hernieuwbare energie uit zon en wind van Nederlandse bodem.
Fischer-Tropsch-proces
De basis voor de productie van synthetische kerosine is het zogeheten Fischer-Tropsch-proces. De chemici Franz Fischer en Hans Tropsch ontdekten honderd jaar geleden al dat het mogelijk is om zogeheten synthesegas – een mengsel van koolstofmonoxide en waterstof – om te zetten in een vloeibare brandstof. Bij een temperatuur tussen 180 en 250 graden Celsius, en met behulp van een katalysator (zoals ijzer), wordt het gas vloeibaar.
Het synthesegas dat hiervoor nodig is, wordt bijvoorbeeld gewonnen door kolen of aardgas tot een temperatuur van 1300 tot 1500 graden te verhitten, waardoor koolstofmonoxide en waterstof vrijkomen.
Maar tegenwoordig staat een klimaatvriendelijkere methode steeds prominenter op de kaart: met CO2 uit de atmosfeer en waterstof die met groene stroom wordt geproduceerd, is het ook mogelijk om dit synthesegas te maken. Door middel van de Fischer-Tropsch-methode kan dat gas vervolgens in vloeibare brandstof worden omgezet. Dat heeft een groot voordeel, want de CO2 die nodig is om de brandstof te maken, wordt uit de lucht gehaald.
Klimaatakkoord
Synthetische brandstoffen zullen dan ook een waardevolle rol spelen in het toekomstige energiesysteem, zei Gert Jan Kramer, hoogleraar duurzame energievoorziening aan de Universiteit Utrecht, al in KIJK 12/2019.
In hetzelfde artikel is ook te lezen dat er nog wel wat hordes te nemen zijn; opschaling en de kostendaling zijn heikele punten. Kramer: “Volgens mij kan het tegen het jaar 2100 een volwassen technologie op industriële schaal zijn. Maar in het klimaatakkoord van Parijs staat dat we in 2050 een duurzaam energiesysteem moeten hebben. Het zou een regelrecht wonder zijn als CO2-neutrale brandstoffen dan al een vooraanstaande rol spelen. Aan de slag met andere oplossingen dus, terwijl we ondertussen op de achtergrond de technologie achter schone brandstoffen verder ontwikkelen.”
Bronnen: KIJK 12/2019 (nu slechts €2,50!), Rijksoverheid
Beeld: iStock/Getty Images