Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Soms vergeten we even hoe snel technologie – van computers tot geheugenkaarten tot het internet – zich ontwikkelt. Deze foto’s zijn een friendly reminder.
1) Lichtgewicht computers
In 1949 schreef het tech-tijdschrift Popular Mechanics dat er over een paar jaar weleens computers konden worden ontwikkeld die niet een paar duizend kilo wogen. Het magazine schreef: “Waar een rekenmachine als ENIAC vandaag is uitgerust met 18.000 elektronenbuizen en 30 ton weegt, hebben computers in de toekomst misschien maar duizend elektronenbuizen en wegen ze misschien maar anderhalve ton.”
ENIAC, gebouwd voor het Amerikaanse leger, is de tweede elektronische computer ter wereld; de Britse Colossus wordt gezien als de eerste. Beide computers hadden nog elektronenbuizen. In modernere exemplaren waren die vervangen door transistors. De eerste computer met transistors was de IBM 608 die in 1957 op de markt kwam. De rekenmachine was hierdoor de helft lichter dan zijn voorgangers. Nog veel later introduceerden technici microchips. Daarmee werden pc’s (en later laptops) pas echt een stuk kleiner en lichter. De nieuwe MacBook Air van Apple weegt bijvoorbeeld net iets meer dan een kilo.
2) Harde schijf
Tegenwoordig koop je voor een paar tientjes tot een paar honderd euro een harde schijf met een opslagcapaciteit van enkele terabytes. Bovendien past het opslagmedium met gemak in je hand. Dat was vroeger wel anders. Onderstaande man houdt een harde schijf vast dat van de jaren zestig dateert. De schijf had een capaciteit van ‘maar liefst’ 10 MB. Ter vergelijking, één terabyte is een miljoen megabyte.
En nog een foto die duidelijk maakt hoe compact opslagmedia zijn geworden:
En hoewel het formaat van geheugenkaartjes voor je camera of smartphone in grootte gelijk zijn gebleven, kunnen ze wel veel meer data opslaan.
What’s next? Gegevens opslaan in DNA. Grote bedrijven steken tegenwoordig veel tijd, moeite en vooral geld in het optimaliseren van deze vorm van dataopslag. Meer daarover lees je in KIJK 9/2020, hier te koop.
3) World wide web
Op 29 oktober 1969 maakten de eerste twee computers verbinding met elkaar via ARPANet, de voorloper van het internet. Computers konden berichten naar elkaar sturen, maar daar bleef het ook bij. Pas rond 1990, toen Tim Berners-Lee het world wide web creëerde, was er pas echt sprake van vooruitgang. Daarnaast ontwikkelde Berners-Lee een protocol voor de communicatie tussen de webbrowser en de -server (http), en een computertaal (html). In 1991 kwam de eerste website ter wereld online, info.cern.ch, die vandaag de dag nog steeds bestaat.
Maar vandaag de dag is het internetgebruik ook compleet anders dan 30 jaar geleden, laat deze infographic van Statista zien:
4) Alles in één
Vroeger beschikten de echte gadgetliefhebbers over een video- en een fotocamera, een laptop, een digitaal horloge met stopwatchfunctie, een telefoon en ga zo maar door. Sinds een aantal jaar kunnen al die apparaten worden vervangen door slechts één item: de smartphone. De nieuwste iPhone 12 van Apple beschikt zelfs over LIDAR, waarmee hij de afstand tot een object of oppervlak kan bepalen.
5) Scherper zicht
Geregeld plaatsen we op deze website prachtplaten van de zon, sterrenstelsels en planeten geschoten door (ruimte)telescopen. Daardoor vergeet je even dat die gedetailleerde foto’s van astronomische objecten, miljoenen kilometers van ons verwijderd, helemaal niet zo gewoon zijn. In de jaren negentig kregen sterrenkundigen bijvoorbeeld Pluto nog niet erg scherp in beeld. Zo’n twintig jaar later is er dus enorm veel mogelijk gemaakt op dat gebied.
Zoals de beroemde sciencefictionschrijver Arthur Clarke zei:
“Any sufficiently advanced technology is indistinguishable from magic”.
Arthur C. Clarke