Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Hoe buigen ze treinrails, zodat die precies de juiste bocht maken. En hoe wordt dat berekend?
Omdat de trein niet altijd rechtdoor kan, moet het spoor weleens een bocht maken. Ook buigt het spoor in het verticale vlak, bijvoorbeeld doordat het tracé over een heuvel loopt of door een tunnel gaat. En dat brengt KIJK-lezer Leo Wolf op zijn vragen: “Hoe buigen ze de rails, zodat die precies de juiste bocht maken. En hoe wordt dat berekend?”
Lees ook: Hoe laat je honderden stroomnet-generatoren in de pas lopen?
Boogstraal
Sander Rietbroek, vakspecialist Baan bij ProRail, zegt daarover: “Het spoor volgt grote bogen. Horizontale bochten hebben over het algemeen minimaal een boogstraal van 190 meter. De minimale boogstraal van verticale bogen begint bij 2000 meter. Over die afstanden hoef je de individuele spoorstaven niet te buigen. Dat zit zo. Als je een spoorrail van 3 meter in het midden optilt, buigt die nagenoeg niet door. Maar als je een langere rail van bijvoorbeeld 30 meter in het midden optilt, dan zakt die onder zijn eigen gewicht door.”
Vergelijk het maar met een houten latje. Een stukje van 10 centimeter is lastig te buigen, maar bij een lat van 2 meter hoef je daar niet eens moeite voor te doen. Door die ‘beperkte stijfheid’ van de staven en de grote boogstraal kunnen spoorwerkers de rechte rails gewoon in een ruime bocht of flauwe helling aanleggen.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 7/2019.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl.
Beeld: beeldbank.rws.nl/Rijkswaterstaat/Ton Poortvliet