‘Ik was goed op weg om een cyborg te worden’

KIJK-redactie

24 juli 2015 11:00

KIJK-columnist en gamejournalist Niels ‘t Hooft over de gave gadgets waar hij op had gehoopt na zijn diabetesdiagnose.

Toen ik laatst naar de huisarts ging met wat zich het best laat omschrijven als olifantendorst – ik sloeg zó drie glazen water achterover – bleek het glucosegehalte in mijn bloed gevaarlijk hoog. Diagnose: diabetes, oftewel suikerziekte. Omdat niet meteen duidelijk was welk type diabetes ik heb, ging men uit van het ergste en kreeg ik een shopper vol naalden mee naar huis. Zodat ik viermaal daags insuline kon spuiten.

Dat was natuurlijk schrikken geblazen, maar ik zag er ook wel het positieve van in. Doordat ik mijn glucose voortaan doorlopend in de gaten moest houden, begon ik bijvoorbeeld verbanden te zien tussen wat ik had gegeten, hoe actief ik was geweest en hoe ik me voelde. Voor iemand die altijd ‘in zijn hoofd’ zit en zijn lijf als lomp aanhangsel beschouwt, was dat revolutionair; ik leerde een completere versie van mezelf kennen.

Toch werd ik vooral enthousiast van de gadgets. Om zelf mijn bloed te meten, kreeg ik een soort iPod voor zielige mensen die een speldenprikje bloed in een paar seconden kan analyseren. Er bleek fascinerende hardware in aantocht, zoals een contactlens die je glucose afleidt uit je traanvocht.

Ik zag het al helemaal voor me: nu de ziekte was ontdekt, zou ik nog heel wat jaartjes meegaan en stond mij een lifetime aan innovatie te wachten. Ik was goed op weg om een cyborg te worden.

Helaas. Anderhalve maand later kreeg ik te horen dat ik toch de vaker voorkomende, maar minder erge vorm van diabetes heb. Ik hoef nu enkel wat pillen te slikken. De sciencefiction gaat aan mijn neus voorbij.

Niels ‘t Hooft staat met zijn column in elk nummer van KIJK. Deze tekst werd gepubliceerd in KIJK 4/2015.

Beeld: Erik de Klein