‘Soldaat was minst boeiende deelnemer aan WO II’

KIJK-redactie

14 februari 2016 11:00

Zonder ooit een schot te hebben gelost, is Max Hastings een oorlogsveteraan. Hij deed verslag van elf gewapende conflicten en schreef een fiks aantal boeken over onder andere de Tweede Wereldoorlog. In zijn meest recente publicatie behandelt hij de geheime strijd die toen plaatsvond, uitgevoerd door gebrilde jongemannen in tweedjasjes.

KIJK: Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden voor het eerst op grote schaal militaire radioberichten onderschept. In hoeverre was dat een doorbraak? 

“Het betekende vooral dat staatslieden en generaals voor het verkrijgen van geheime informatie niet langer afhankelijk waren van spionnen. Want over het algemeen – en meestal terecht – genoten die weinig vertrouwen. Die radioberichten daarentegen waren letterlijk de woorden van de vijand. Dat zorgde voor een fundamentele verschuiving in het inlichtingenwerk.”

In Groot-Brittannië gebeurde het decoderen van deze berichten op het extreem geheime Bletchley Park-complex. Uit uw boek spreekt een grote bewondering voor de mensen die daar werkten.

“Ook dat heeft met voortschrijdend inzicht te maken. Heel lang draaide het in mijn boeken om de helden op het slagveld, de soldaten. Geleidelijk drong het tot me door dat zij eigenlijk de minst boeiende deelnemers aan de oorlogen van de twintigste eeuw waren. Militairen zijn goed beschouwd sporters die tijdens een wedstrijd een bepaalde opdracht uitvoeren. Dat vereist natuurlijk moed, fysieke kracht en vaardigheid. Maar de mensen die achter de schermen het denkwerk voor de oorlogsinspanning leverden, waren vaak veel interessanter. Zoals de wiskundige Alan Turing, het beroemdste genie van Bletchley. Hij ontwikkelde de machine waarmee de Duitse Enigma-codes werden gekraakt. Maar bijna niemand heeft gehoord van de minstens even briljante Bill Tutte, die een intellectuele topprestatie leverde door te analyseren hoe de speciale telexapparaten van het Duitse opperbevel werkten. Dankzij hem konden de geallieerden ook de daarmee verstuurde berichten ontcijferen.”

En dat allemaal op een plek die niet echt een vakantieoord was.

“Dat klopt. Zeker in de beginjaren waren de omstandigheden op Bletchley Park erbarmelijk. Ze hadden er bijvoorbeeld geen heet water of fatsoenlijk eten, en het werk kon geestdodend eentonig zijn. Bovendien mochten de codebrekers tegen niemand zeggen wat ze deden, dus in hun omgeving vroeg menigeen zich af wat deze jongemannen met hun brillen en hun tweedjasjes uitspookten. Een van hen kreeg zelfs een brief van zijn voormalige schoolhoofd waarin stond dat hij zich kapot moest schamen met zijn ‘kantoorbaantje’ terwijl andere jongens aan het front hun leven waagden.”

Dit is een fragment uit het interview met Max Hastings te vinden in KIJK 3/2016. Dit nummer ligt in de winkel vanaf 18 februari tot en met 23 maart.

Hieronder een kort filmpje over het nieuwe boek van Max Hastings:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Meer informatie:

Tekst: Leo Polak

Beeld: Silvie Simmons/CC BY-SA 3.0