In de scheepvaart pakken niet alle nieuwe technologische ontwikkelingen even goed uit. Sommige revolutionaire ideeën doen het pas goed als ze in een museum zijn beland. Drie voorbeelden.
Nucleaire primeur
In 1959 was de 182 meter lange Savannah het eerste vrachtschip met nucleaire aandrijving. De kleine reactor stond in een ruimte met dikke stalen wanden. Mede doordat het schip 20 procent meer bemanning nodig had dan een vergelijkbaar schip dat op stookolie vaart, lagen de jaarlijkse exploitatiekosten 2 miljoen euro hoger. Na tien jaar werd de Savannah dan ook al uit de vaart genomen.
Vliegervlug
De Chinezen experimenteerden 4000 jaar geleden al met vliegers die schepen konden voorttrekken. Maar die waren niet erg betrouwbaar. Een jaar of tien geleden leek deze uitvinding terug van weggeweest. Verschillende vrachtschepen werden uitgerust met een vlieger die op 100 tot 300 meter hoogte voor extra voortstuwing moest zorgen (zie foto bovenaan) – en opnieuw vielen de resultaten zwaar tegen.
Gone with the wind?
Hoe zal het aflopen met het onlangs in Noorwegen geïntroduceerde Vindskip (Windschip)? De extreem hoge romp doet dienst als vleugel, die voor een opwaartse kracht in de vaarrichting moet zorgen. Dit zou tot 60 procent brandstofbesparing op kunnen leveren. Maar deskundigen stellen dat windvoortstuwing pas echt effectief is als je het systeem kunt aanpassen aan de kracht en de richting van de wind.
Dit is een kader uit een artikel over de scheepvaart van de toekomst, te vinden in KIJK 5/2017. Deze editie ligt in de winkel vanaf 20 april tot en met 25 mei.
Meer informatie:
- KIJK: Rolls-Royce schetst toekomst van de scheepvaart
- KIJK: Rotor sail: oude techniek op moderne tanker
Tekst: Rick van de Weg