Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een nieuw type windturbine, dat de kosten van offshore-windenergie kan halveren, wordt binnenkort getest in Noorwegen.
De meeste windturbines die we in zee zien staan, hebben allemaal hetzelfde exterieur: flinke mast, met een monopile diep in de zeebodem verankerd en bovenop de turbine met drie rotorbladen. Het Noorse bedrijf World Wide Wind denkt dat het ontwerp goedkoper en efficiënter kan en presenteerde vorig jaar zijn vertical-axis wind turbines (VAWTs). Dat zijn drijvende exemplaren met twee rotors die in tegengestelde richting draaien, oftewel contra-roterende verticale turbines. Volgens het Noorse bedrijf kunnen die meer dan twee keer zoveel energie leveren dan de bestaande. Om dat te bewijzen, begint World Wide Wind (WWW) binnenkort met tests.
Lees ook:
- ’s Werelds grootste windturbine wordt even hoog als de Eiffeltoren
- Wat gebeurt er met windturbines die worden afgebroken?
Verticaal versus horizontaal
De meeste windturbines zijn zogeheten conventional horizontal-axis wind turbines (HAWTs). Alle zware componenten – de aandrijflijnen, tandwielkasten, generator en de kolossale turbinebladen – staan bij dit ontwerp bovenop de lange mast. Dat maakt de turbine niet echt geschikt voor plaatsing in dieper water.
Daarom pakt WWW het anders aan. Het zwaartepunt van zijn verticale turbines ligt onderin, doordat alle generatoronderdelen zich op de bodem bevinden. Resultaat: de turbine is stabieler en onderhoud is een stuk eenvoudiger. Dat is zeker gewenst bij windturbines die ver op zee zijn geplaatst.
Bovendien draait een verticale windturbine automatisch mee met de wind. Daardoor is de machinerie waarmee horizontale turbines de juiste windrichting in worden gedraaid overbodig – dat scheelt gewicht én onderhoudskosten. Tot slot vangen de contra-roterende verticale turbines van WWW minder wind weg voor de turbines erachter (ook wel windschaduw genoemd). Daardoor kunnen ze dichter op elkaar worden geplaatst.
Bouwen, bouwen, bouwen
Al deze plannen klonk AF Gruppen, het op twee na grootste civieltechnische bedrijf in Noorwegen, als muziek in de oren. Het heeft een overeenkomst getekend met WWW om te beginnen met het testen van een kleiner prototype van 19 meter.
Hoewel er geen officiële planning is opgesteld voor deze test, zegt het Noorse bedrijf dat het volgende prototype een 1,5 MW-turbine zal zijn, die begin 2025 moet worden getest. Daarna hopen beide partijen vóór 2030 een commerciële 24 MW-turbine te lanceren. Tot slot is WWW er zelf van overtuigd dat het, dankzij “slimme materiaalkeuzes”, de turbines kan opschalen naar exemplaren van 400 meter hoog die elk 40 MW opleveren. Aan ambities geen gebrek.
Bronnen: World Wide Wind, New Atlas
Beeld: World Wide Wind