Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Voorlopig moet de marine het nog doen met zijn onderzeeboten van de Walrusklasse. Het ministerie van Defensie heeft laten weten dat de nieuwe boten op z’n vroegst in 2034 zullen varen.
De Nederlandse marine heeft vier diesel-elektrisch aangedreven onderzeeboten van de Walrusklasse. Die kunnen, na een upgrade van een paar jaar geleden, tot 2025 in de vaart blijven, maar daarna zijn ze toch echt aan vervanging toe. Zo schreef KIJK een jaar geleden nog.
Maar ondanks deze hoge nood zal de marine nóg langer moeten wachten op de opvolgers van de Walrus, Zeeleeuw, Dolfijn en Bruinvis. De vier bestelde onderzeeboten zullen namelijk door nieuwe vertraging niet vóór 2034 het ruime sop kiezen. Daarmee is het oorspronkelijke doel om vanaf 2028 met de nieuwe subs te gaan varen zeker met zes jaar uitgesteld.
Lees ook:
- Vier beroemde Nederlandse onderzeeboten
- Upgrade Nederlandse onderzeeboten van start
- Duikboot, onderzeeboot of onderzeeër?
Instandhoudingsprogramma
De onderzeeboten uit de Walrusklasse hebben niet het eeuwige leven. Sterker nog, bij de indienststelling in 1990 van Zr.Ms. Zeeleeuw – de eerste uit het kwartet, omdat de bouw van de Walrus door een brand vertraging had opgelopen – werd uitgegaan van een levensduur van 25 jaar.
Tussen 2014 en 2020 werden tijdens het Instandhoudingsprogramma Walrusklasse de dieselmotoren gereviseerd en kreeg de drukhuid (de romp) een compleet nieuwe coating, waardoor de operationele levensduur met tien jaar werd verlengd. Tegelijkertijd werden de nodig moderniseringen doorgevoerd zoals een nieuw Combat Managementsysteem (waarmee de sensors en de wapens worden bediend) een nieuw soort periscoop en een nieuw Super High Frequency-satellietcommunicatiesysteem.
Maar een nieuwe update vinden de deskundigen onverstandig. De drukhuid is na zo’n 35 tot 40 jaar niet meer optimaal, waardoor de subs vanaf 2025 echt uit dienst moeten. En dus is het tijd voor opvolgers.
Moeizame gesprekken
Wie die nieuwe generatie subs gaat bouwen, is nog niet besloten. In de race voor deze opdracht zijn het Duitse bedrijf ThyssenKrupp Marine Systems, het Franse Naval en het Zweedse Saab. Maar de gesprekken die defensie voert met deze bedrijven, verlopen moeizaam.
Zo schrijft staatssecretaris Christophe van der Maat van Defensie naar de Tweede Kamer dat “de dialoog minder snel is verlopen en minder diepgang had dan van tevoren ingeschat.” Dit had volgens Van der Maat te maken met “de informatievoorziening door de kandidaat-werven, maar ook met de keuze van Defensie om te beginnen met een brede uitvraag, zonder daarbij aan te geven welke behoeften ‘hard’ zijn.” Geen van de drie bedrijven heeft daardoor een concreet ontwerp gemaakt.
Priority shortfall areas
Dat de bouw van de nieuwe generatie subs wéér is uitgesteld, komt op een erg ongelukkig moment. Sinds Rusland OekraïnDat de bouw van de nieuwe generatie subs wéér is uitgesteld, komt op een erg ongelukkig moment. Sinds Rusland Oekraïne is binnengevallen, wil Nederland juist meer gaan investeren in de strijdkrachten. Onze onderzeeboten zijn namelijk erg geschikt voor verkenning en het vergaren van inlichtingen en voor het bestrijden van vijandelijke onderzeeboten. En beide soorten capaciteiten heeft de NAVO als priority shortfall areas aangemerkt. Oftewel: daar bestaat binnen de militaire alliantie een tekort aan.
Vanwege de vertraging zullen twee van de vier huidige onderzeeboten uit de vaart worden genomen. De onderdelen van die subs zijn namelijk nodig om de twee andere door te kunnen laten varen tot zeker 2034.
Bronnen: Rijksoverheid (Kamerbrief), FD, de Volkskrant, KIJK Zomernummer 2021
Beeld: Ministerie van Defensie