Altijd klaar voor de crash

KIJK-redactie

09 mei 2010 13:00

Het Search And Rescue-squadron van de Koninklijke Luchtmacht heeft 24/7 een helikopter paraat om jachtvliegers in nood te redden. Zoals in 2006, toen eerste luitenant Michael van Zuijdam motorproblemen kreeg boven de Waddenzee en zijn schietstoel moest gebruiken. Een reconstructie.

19 juli 2006, midden op de dag. Het is hoogzomer en druk op het wad. Overal bootjes, strandgangers, toeristen, eilanders. Hoog boven hen trekken twee F-16’s de aandacht. Met hun nabranders vol open vliegen de kisten over de Afsluitdijk naar het noorden. Duizend kilometer per uur, 150 meter hoog. Ze staan op het punt om een steile klimvlucht in te zetten, om daarna in een loft (boogbaan) hun bommen te droppen op de Vliehors op Vlieland.

Dan gaat het mis. Eerste luitenant Michael van Zuijdam, bij de verkeersleiding aangemeld onder de codenaam Burst 2, wordt met een ruk in zijn stoelriemen getrokken. Het is alsof zijn kist plotseling stilstaat. “Knock it off, knock it off”, roept hij over de radio. De oefening wordt stilgelegd. “Burst 2 emergency, engine flame out.” Dit is het moment waar je als vlieger tientallen keren op traint, in de hoop het nooit mee te maken: een bail-out.

15 december 2009, een koude, winterse dag. Vroeg in de morgen zet eerste luitenant Antoinette Voskuil koers naar Vlieland. Ze vliegt in een van de drie geelrode Agusta Bell 412 SP-helikopters van het 303 Search And Rescue squadron (SAR). Naast haar zit kapitein Mark Rietman, de eindverantwoordelijke voor vandaag. Sergeant majoor Wim (hij noemt zijn achternaam liever niet) bedient de lier en geeft waar nodig aanwijzingen aan de vlieger. Hij is de hoist operator. De laatste twee bemanningsleden zijn sergeant Henk Jan Meeter (redder) en sergeant 1 Ester Maat (verpleegkundige). Vandaag staat het team stand-by op Vlieland, omdat Duitse Tornado’s en Nederlandse F-16’s trainen op de NAVO-schietrange Vliehors.

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 6/2010, in de winkel van 6 mei t/m 2 juni. De tekst werd geschreven door Sander Koenen.

Beeld: Sander Koenen