Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Nadat China vorig jaar het minen van Bitcoin heeft verboden, is het proces alleen maar vervuilender geworden.
De meeste mensen zijn inmiddels wel bekend met de Bitcoin. Sommigen zien de cryptomunt als een goede decentrale munt die in de toekomst ons fysieke geld misschien wel kan vervangen. Anderen zien de coin niet als betaalmiddel, maar als investering om (hopelijk) rijk mee te worden. Maar al die munten komen niet uit de lucht vallen. Het minen van Bitcoins stoot steeds meer koolstofdioxide uit, blijkt uit onderzoek van wetenschappers van onder andere de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze publiceerden hun studie in Joule.
Lees ook:
- Alex de Vries: ‘Ik maak me nogal zorgen over de bitcoin’
- Drie praktische blockchain-initiatieven
- Slapende bitcoin-wallet na negen jaar weer actief
Gokken
Bitcoins worden niet uitgegeven door een centrale instantie, zoals een bank. In plaats daarvan worden ze gemaakt, door een netwerk van computers. Alle computers in dat netwerk houden te allen tijde een kasboek bij. Daarin staat wie eigenaar is van welke bitcoin. Telkens als iemand een bitcoin inwisselt, bijvoorbeeld door hem te verkopen of er een product mee aan te schaffen, werken al die computers hun kasboek bij. In ruil daarvoor krijgen ze een kans om de volgende bitcoin te vinden. Dat gaat puur willekeurig. Iedere computer kiest een cijfertje en wie het juiste cijfer raadt, ‘wint’.
Volgens het onderzoek deden in mei van 2021 ongeveer 2,9 miljoen speciale apparaten mee aan dit proces. Naar schatting doen de machines maar liefst 160 triljoen gokken per seconde.
Bij het maken van al die gokken gebruiken de apparaten veel stroom, weet ook de Nederlandse datawetenschapper Alex de Vries, die de hoofdonderzoeker van de studie is. In een interview in KIJK 8/2021 legde hij uit waarom zo’n groot deel van de delvers ervoor koos om zich in China te vestigen. “Miners gaan op zoek naar plekken waar ze goedkope stroom kunnen krijgen die ook nog eens constant beschikbaar is. De computers van bitcoinminers draaien de hele dag door en een tijdelijke afwezigheid van elektriciteit betekent minder kans om de volgende munt te vinden.” Die combinatie van goedkope en altijd beschikbare stroom maakte China erg aantrekkelijk. Dat maakte dat maar liefst 44 procent van de totale Bitcoin-mijnactiviteit plaatsvond in het land.
Waterkracht
Vooral in de provincie Xinjiang waren veel delvers te vinden. “Daar hebben ze een overschot aan kolen, waar elektriciteit mee wordt opgewekt. Door dat overschot kost elektriciteit er bijna niets,” legde De Vries in hetzelfde KIJK-interview. In de zomer doekten de miners al hun apparatuur op om de operatie naar zuidelijkere provincies te verhuizen. Daar was in die tijd een overschot aan energie uit waterkrachtcentrales. Dat was nóg goedkoper dan de energie van de overtollige kolen.
Maar dat feestje is sinds afgelopen zomer voor de miners ten einde gekomen. Onder andere om milieuzorgen deed de Chinese overheid het minen in de ban. Dus pakten de delvers hun spullen en verruilden ze China voor onder andere Kazachstan en de Verenigde Staten, waar ook goedkope stroom te vinden is.
Steenkool
Maar de verhuizing betekent ook een grote toename in emissies. Kazachstan gebruikt ‘harde’ steenkool, die volgens de onderzoekers het hoogste koolstofgehalte heeft van alle soorten steenkool. Daarnaast zijn de energiecentrales in het land minder efficiënt. De VS zijn vooral afhankelijk van gas en steenkool voor het opwekken van elektriciteit. Dat resulteert in veel meer uitstoot dan de waterkrachtcentrales die in China vaak werden gebruikt om stroom op te wekken.
De gemiddelde hoeveelheid uitstoot is door de verhuizing gestegen van gemiddeld 478,25 gram CO2 per kilowattuur in 2020 naar 557,76 in augustus van 2021. Uit het onderzoek blijkt dat het creëren van de cryptomunten nu in totaal verantwoordelijk is voor 65,4 megaton CO2 per jaar. Even ter vergelijking: heel Griekenland stootte in 2019 56,6 megaton CO2 uit.
Bronnen: Joule (via ScienceDirect), The Verge, KIJK 8/2021
Beeld: Tim Reckmann, Wikimedia Commons