Aan draadloze internetverbindingen worden steeds hogere eisen gesteld, met als gevolg dat de huidige Wi-Fi het op den duur allemaal niet meer aankan. Maar geen paniek. Over een paar jaar gebruiken we misschien lichtsignalen. En de 5G-telefoon zou Wi-Fi zelfs overbodig kunnen maken.
We willen steeds mooiere beelden op onze schermen. Vandaag HD-video, morgen vier keer zo scherpe 4K-video, en mogelijk virtual reality in de toekomst. We willen méér internettende apparaten; niet alleen spelcomputers, tv’s, laptops, tablets en smartphones, maar ook bewakingscamera’s, thermostaten en rookmelders, deursloten, schemerlampen en ga zo maar door. Het zullen er mogelijk honderden per huishouden zijn. En al die gadgets willen we draadloos hebben, want draden zijn onhandig. De Wi-Fi van nu gaat dat niet aankunnen. Maar voor wie van deze constatering nu erg nerveus wordt, is er ook goed nieuws: er zijn een paar veelbelovende alternatieven in ontwikkeling.
Een van de meest tot de verbeelding sprekende Wi-Fi-alternatieven is Li-Fi, waarbij data via gewone verlichting worden verspreid. Normaal draadloos internet werkt met radiogolven, maar je kunt het je voorstellen als een heel geavanceerde vorm van een knipperende zaklantaarn: ‘aan’ is een 1, ‘uit’ is een 0. Daarmee kun je boodschappen en andere gegevens overbrengen. Li-Fi (waarbij ‘Li’ staat voor licht) keert terug naar deze oervorm.
Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 5/2016. Dit nummer ligt in de winkel vanaf 21 april tot en met 25 mei.
Meer informatie:
- KIJK: ‘Li-Fi levert 100 keer sneller internet dan Wi-Fi’
- KIJK: Nieuwe Wi-Fi gebruikt nauwelijks batterij
- KIJK: ‘Nieuwe Wi-Fi in aantocht’
Tekst: Herbert Blankesteijn
Beeld: iStock/Getty Images