Nico van Bohemen wil wel eens weten wat de gevolgen zijn als we op grote schaal elektrisch gaan rijden. Hoe zit het bijvoorbeeld met het verbruik per kilometer? En waar haalt het elektrische autopark zijn energie vandaan?
Eerst iets over de beperkingen van de verbrandingsmotor. Zijn rendement is namelijk bedroevend laag: zo’n 20 procent voor een benzinemotor en 25 procent voor een diesel. Dat komt doordat het omzetten van warmte in bewegingsenergie een moeizaam proces is. Het rendement daarvan is begrensd door de wetten van de thermodynamica, dus erg veel is daar niet aan te doen.
Elektrische auto’s zijn in dit opzicht stukken beter. Het omzetten van elektriciteit in bewegingsenergie heeft zo’n beperking namelijk niet. In de praktijk is een rendement van 90 procent of hoger best haalbaar. Bovendien kan de remenergie gemakkelijk worden teruggewonnen via ‘regeneratief remmen’. Een minpuntje is dat de verwarming in de winter stroom kost, terwijl die in een ‘gewone’ auto uit de afvalwarmte van de motor komt.
Aardgas en steenkool
Het lijkt dus allemaal prachtig. Maar: die elektriciteit moet wel worden opgewekt, en dat gebeurt in Nederland nog voor zo’n 80 procent uit aardgas en steenkool. Dergelijke ‘thermische’ centrales hebben ook een beperkt rendement. Ze doen het wel beter dan de benzinemotor, maar van de energie die er ingaat, komt toch maar zo’n 35 procent thuis uit het stopcontact. Daarmee wordt het totale rendement 90 procent × 35 procent, ofwel circa 32 procent; nauwelijks beter dan een dieselauto.
Waarom zouden we dan toch elektrisch rijden? Punt één: het is voordelig. Op de autoweg heeft een elektrische personenauto een motorvermogen van ruwweg 15 kilowatt nodig. Een uur rijden kost dan 15 kilowattuur, ofwel ongeveer 3 euro. Daar kan benzine of diesel niet tegenop ‒ al zijn die vooral duur door de hoge belastingen. Punt twee: vroeg of laat raken de fossiele brandstoffen op en zullen we de benzine- en dieselauto toch vaarwel moeten zeggen. Het is dus niet zo gek om alvast ervaring op te doen met elektrisch rijden.
Duurzame energie
Natuurlijk moet die elektriciteit dan nog wel worden geproduceerd, bijvoorbeeld door zonnepanelen en windmolens. Stel dat we dit met zonnepanelen gaan doen, en dat elk huishouden zo’n 50 kilometer per dag rijdt. Dan blijkt daar zo’n 15 vierkante meter aan zonnepanelen voor nodig te zijn. Maar we hebben dan nog wel een stapel accu’s nodig om de donkere wintermaanden te overbruggen.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl! Deze vraag verscheen in KIJK 5/2016, die je nog online kunt bestellen!
Tekst: Jo Hermans
Beeld: 123rf