Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Vandaag is het 47 jaar geleden dat Voyager 2 werd gelanceerd vanaf Cape Canaveral in Florida. Twee weken later gevolgd door zus Voyager 1 en beide ruimtesondes razen nog steeds door het heelal.
Voyager 2 werd gelanceerd op 20 augustus 1977, vanaf Cape Canaveral in Florida. Ruim twee weken later volgde, zoals dat vanuit het oogpunt van risicospreiding gebruikelijk was, een tweelingbroer: Voyager 1. Het doel van de missie was zoveel mogelijk informatie verzamelen over de planeten Jupiter en Saturnus en hun manen.
Lees ook:
- Voyager 2 heeft (tijdelijk) geen contact meer met de aarde
- Voyagers: hoe ver is het naar de sterren?
Adembenemend
De eerste planeet die beide sondes na zo’n anderhalf jaar vliegen passeerden, was de gasreus Jupiter. De informatie die ze terugstuurden naar de aarde lieten de monden van de sterrenkundigen openvallen. Want hoewel de Pioneer-sondes een paar jaar eerder de primeur hadden gehad met de eerste korrelige foto’s van Jupiter, bleken de opnamen van de Voyagers voor die tijd van adembenemende kwaliteit.
Ze onthulden onder meer de ringen van Jupiter en stuurden ongeëvenaarde beelden terug van de ‘Grote Rode Vlek’, een waarschijnlijk al eeuwen op de planeet woedende storm waar de aarde qua grootte drie keer in past. De storm bleek tegen de klok in te draaien, en op zijn beurt te bestaan uit talloze kleinere stormen die woest om elkaar heen draaien.
Manen
En dan was er Io, een van de vier grootste van de in totaal 53 manen van Jupiter. De nagenoeg kraterloze maan bleek bezaaid met actieve zwavel-uitstotende vulkanen en woeste lavastromen; het meest actieve hemellichaam in ons zonnestelsel ooit ontdekt.
Ook de maan Europa (foto hierboven) bleek fascinerend, met een onwaarschijnlijk vlakke ijsoppervlakte met scheuren en barsten. Het feit dat er – net als op Io – nauwelijks kraterinslagen te zien waren, leek erop te duiden dat de maan zijn oppervlakte continu ververste. Deed Io dit door continu lavastromen uit te braken, bij Europa leverde de aanwezigheid van een reusachtige ondergrondse oceaan een verklaring. De fantasie van het team sloeg volledig op hol. Een ondergrondse zee, opgewarmd door Europa’s hete kern; was hier misschien leven mogelijk?
Tussen de sterren
Zesendertig jaar na de lancering ging het ruimtescheepje de boeken in als het eerste door mensen vervaardigd object dat de interstellaire ruimte bereikte: Voyager 1 had ons zonnestelsel verlaten en bevond zich nu in de ruimte tussen de sterren. Tweelingzus Voyager 2 volgde vijf jaar later.
Al die tijd heeft de NASA nog steeds contact met beide ruimtesondes. Maar inmiddels vliegt Voyager 2 zo’n 20 miljard en Voyager 1 op ruim 25 miljard kilometer bij ons vandaan. En dus duurt het uren voordat een signaal vanaf de aarde een van de twee bereikt en nog eens uren voordat de reactie van Voyager 1 of 2 terug komt. En dat levert unieke problemen op, bijvoorbeeld als de boordcomputer kuren vertoont en de helpdesk op aarde het probleem moet zien te fiksen.
Beeld: NASA/JPL-Caltech/NASA